Wie leest, heeft de wereld aan zijn voeten. (Voor)lezen ligt aan de basis van de taal- en leesontwikkeling van kinderen en aan de kansen die zij krijgen op school en in de maatschappij. Lezen verruimt ons denken, leert ons om anderen beter te begrijpen en vergroot ons welzijn. Juist daarom is inzetten op leesbevordering zo onontbeerlijk. In dit artikel zetten we de belangrijkste wetenschappelijke inzichten over het belang van lezen op een rij.
(Voor)lezen stimuleert de taal- en leesontwikkeling
Baby’s genieten van voorlezen – en zij plukken hier ook de vruchten van. Hoe jonger kinderen zijn als hun ouders beginnen met voorlezen, hoe groter hun woordenschat op latere leeftijd (Debaryshe, 1993). Baby’s die worden voorgelezen, lopen met 15 maanden voor in hun taalontwikkeling, en breiden deze voorsprong vervolgens verder uit (Van den Berg & Bus, 2015). Het voorlezen van baby-tastboekjes lokt meer talige geluiden uit dan andere activiteiten zoals het spelen met poppen of speelgoed (Gros-Louis, West & King, 2016). Tijdens het voorlezen is het taalgebruik van ouders daarnaast ook diverser en complexer dan tijdens andere gesprekjes met het kind.
Kinderen die al jong worden voorlezen, hebben daar later op school profijt van. Op 7- tot 10-jarige leeftijd hebben zij gemiddeld een rijkere woordenschat, een sterker leesbegrip en een hogere leesmotivatie (Demir-Lira et al., 2019).
Vrij lezen leidt tot beter lezen
Wanneer kinderen ouder worden, zijn zij steeds beter in staat om ook zelf boekjes te lezen. Naast voorgelezen worden, draagt ook dit zelf lezen bij aan de taal- en leesontwikkeling. Wanneer kinderen vaak in hun vrije tijd lezen, zien zij hun leesvaardigheid stijgen. Als gevolg daarvan worden ze zelfverzekerder over hun leescompetentie, waardoor ze ook weer vaker gaan lezen. Zo nemen hun tekstbegrip en woordenschat weer toe, waarna het leesgedrag weer groeit. Het leesgedrag en de leesvaardigheid versterken elkaar zodoende over en weer, en blijven elkaar de hele onderwijscarrière versterken (Mol, 2010). We noemen dit de ‘positieve leesspiraal’.
Lezen zorgt voor betere schoolprestaties
Niet alleen de leesvaardigheid van kinderen gaat vooruit als ze veel lezen, maar ook hun bredere schoolprestaties. Groep 8-leerlingen die regelmatig een boek lezen, behalen hogere scores op het Cito-toetsonderdeel taal. Hiernaast boeken ze ook betere Cito-resultaten op wiskunde, studievaardigheden en wereldoriëntatie. Het gebruik van andere media, zoals internetten, televisie kijken en gamen, vertoont juist een negatief verband met de Cito-scores (Kortlever & Lemmens, 2012).
Lezen vergroot maatschappelijke kansen
In de moderne kennissamenleving is 80% van het werk gerelateerd aan lezen en schrijven. Er bestaat dan ook een sterk verband tussen een geringe leesvaardigheid en werkloosheid, lage lonen en beperkte carrièrekansen. Vaardige lezers zijn ten opzichte van minder vaardige lezers vaker actief op de arbeidsmarkt, hebben een hoger inkomen, en maken gemakkelijker promotie op het werk (Buisman, Allen, Fouarge, Houtkoop & Van der Velden, 2013). De maatschappelijke positie die iemand kan bereiken, hangt sterk samen met zijn of haar leesvaardigheid. Om ieder kind gelijke kansen te bieden, is het dus van cruciaal belang dat hun taal- en leesvaardigheid al vroeg, en blijvend, wordt gestimuleerd.
Lezen vergroot ons inlevingsvermogen
De positieve opbrengsten van lezen beperken zich niet tot alleen onszelf, maar waaieren ook uit naar anderen. Lezen leidt tot meer begrip voor en meer genuanceerde opvattingen over de mensen om ons heen. Zo kunnen kinderen die veel worden voorgelezen, zich een betere voorstelling maken van de gedachten, gevoelens en wensen van andere mensen (Adrian, Clemente, Villanueva, & Rieffe, 2005; Mar, Tackett & Moore, 2010). Ook op volwassen leeftijd is dit effect van lezen terug te zien: lezen hangt positief samen met ons sociale inzicht en empathisch vermogen (Mumper & Gerrig, 2017; Dodell-Feder & Tamir, 2018).
Lezen vermindert vooroordelen
Fictielezen kan zowel bij kinderen als volwassenen vooroordelen tegengaan (zie Vezzali, Stathi & Giovannini, 2012; Vezzali et al., 2015; Johnson, Jasper, Griffin & Huffman, 2013). Kinderen die tijdens het lezen in aanraking komen met personages die behoren tot een ‘andere’ culturele of sociale groep, gaan positiever over deze groep denken: zij schrijven positievere eigenschappen aan deze groep toe en staan meer open voor contact met deze groep (Cameron, Rutland, Hossain, & Petley, 2011; Vezzali, Stathi, & Giovannini, 2012; Aronson et al., 2016). Enkel het lezen over een vriendschap tussen iemand uit de ‘eigen’ groep en iemand uit een ‘andere’ groep kan al tot meer genuanceerde opvattingen leiden. Lezers geven zich over aan een gedachte-experiment: hoe zou ik me voelen, wat zou ik denken, en hoe zou ik handelen als ik in de schoenen van één van de personages zou staan?
Lezen vergroot ons welzijn
Tot slot: we lezen natuurlijk in de eerste plaats omdat dit fijn is; omdat we onszelf er beter door gaan voelen. Lezen is plezierig, ontspannend, biedt afleiding van onze zorgen, troost in moeilijke tijden, en kan daarnaast leiden tot nieuw (zelf)inzicht (Stichting Lezen, 2017). Zoals James Baldwin het verwoordde: “You think your pain and your heartbreak are unprecedented in the history of the world, but then you read.” Door over personages te lezen die met vergelijkbare problemen kampen of vergelijkbare emoties ervaren als jijzelf, krijg je een beter begrip van en voor je eigen situatie. Niet voor niets doopten de oude Egyptenaren de bibliotheek in het Ramesseum om tot ‘genezingsplek voor de ziel.’