23 maart 2017
Suzanne Meeuwissen (Nederlands Letterenfonds) in gesprek met Joris van Ballegooijen (Stimuleringsfonds Creatieve Industrie)

Naast het papieren boek komen er steeds meer digitale verhaalvormen. Wat betekent dat voor makers en producenten van literatuur? Daarover ging de expertmeeting ‘Visies op digitaal vertellen’ van het Nederlands Letterenfonds en Stichting Lezen op woensdag 22 maart.

Twee mensen zitten tegenover elkaar aan tafel, beiden met een headset op. Ze zijn in het verhaal Tafelgeheim gestapt, waarbij de een in het hoofd van de 9-jarige Lena zit en de ander in dat van haar vader. Is deze getekende Virtual Reality literatuur? Film? Een kunstinstallatie? Nee, was de conclusie tijdens de expertmeeting: het is een multimediale literaire ervaring.

Magie in je hoofd

De VR van Sarah Koster was het meest geavanceerde voorbeeld van hoe literatuur en digitale toepassingen elkaar steeds meer vinden. Leidt dat tot een andere vorm van schrijven of lezen? En hoe zet je techniek in bij het vertellen van een verhaal? Tijdens het eerste deel van de expertmeeting gaven diverse makers daarop hun antwoorden. Zo huldigt Christiaan Coenraads van Het Woeste Woud voor het maken van apps bij prentenboeken het principe ‘Terug naar het boek’. Geen ‘betekenisloze gimmicks’ meer, technische snufjes als geluid en  beweging moeten de literaire ervaring, ‘de magie in je hoofd’, versterken. Bram de Goeij koos bij zijn app Per Ongelukt! niet voor een digitale hervertelling van het papieren origineel, maar voor een nieuw verhaal over dezelfde personages, als een soort prequel. Schrijver Niels ’t Hooft knutselde met Geometry Girl zijn eigen ideale ebook, met onder meer mooi afgemeten tekstblokken waarin nooit een zin afgebroken wordt. Dirk Bertels van Studio Louter ontwierp met Puzzling Poetry een game waarbij je al puzzelend met woorden dieper doordringt in gedichten.

Verdienmodel

Bovenstaande voorbeelden zijn veelal tot stand gekomen met subsidie. Tijdens het tweede deel van de expertmeeting stond de vraag centraal of er in dergelijke toepassingen ook een verdienmodel zit. Dat is vooralsnog best lastig, zei Marius van Campen, zakelijk directeur bij Gottmer. Op dit moment maken digitale toepassingen nog maar 2% van de omzet uit. Dat moet in 2020 10% zijn, maar er liggen wel hobbels, zoals gebrek aan expertise en rechtenkwesties. En de knop moet om, aldus Van Campen. ‘We moeten niet meer zeggen dat we boeken maken, maar dat we verhalen maken.’ Hoe dat zou kunnen in de toekomst volgens vernieuwende start-ups, daarover vertelde Jan Paul Grollé van Renew the Book. Voor nieuw te ontwikkelen ideeën geldt altijd: \”Necesity is the mother of invention,\” aldus citeerde Grollé. Suzanne Meeuwissen (Nederlands Letterenfonds) en Joris van Ballegooijen (Stimuleringsfonds Creatieve Industrie) gingen met elkaar in gesprek over vernieuwende initiatieven die hun organisaties ondersteunen. Nederland bevindt zich volgens Van Ballegooijen in de voorhoede op het gebied van digitaal vertellen. 
Dus exit papier en stop de persen? Nee, dat moet per se niet de conclusie van de bijeenkomst zijn, vonden de deelnemers. De digitale technieken zijn geen vervanging, maar een verrijking.  Zoals filosoof Jos de Mul in de afsluiting van de bijeenkomst zei: ‘Nieuwe media vervangen nooit de oude, maar die oude veranderen wel.’ In dat transformatieproces zitten schrijvers, vormgevers, appbouwers en uitgevers nu middenin.