Lezen moet voortdurend een punt van aandacht zijn op scholen. En het is belangrijk dat leraren aandacht hebben voor activiteiten die het lezen van leerlingen ondersteunen. Dat concluderen de onderzoekers van de Vrije Universiteit en de Erasmus Universiteit die de aanpak de Bibliotheek op school in het basisonderwijs en vmbo hebben geëvalueerd. In hun publicatie Lezen stimuleren via vrij lezen, boekgesprekken en appberichten beantwoorden ze de vraag of deelname aan de Bibliotheek op school verschil maakt.
Stichting Lezen presenteert tijdens het Tel mee met Taal-congres op 13 februari 2020 in Utrecht de publicatie Lezen stimuleren via vrij lezen, boekgesprekken en appberichten van onderzoekers Lisa van der Sande, Ilona Wildeman, Adriana Bus en Roel van Steensel. Belangrijkste bevinding is dat op de basisscholen die deelnamen aan de intensieve stimuleringsregeling van de Bibliotheek op school (extra hulp en middelen voor leesbevordering) de aandacht voor leesactiviteiten gehandhaafd bleef, terwijl die aandacht terugliep op de scholen die er niet aan deelnamen.
Lezen op de basisschool
Uit het onderzoek blijkt dat deelname aan de Bibliotheek op school positieve effecten sorteert, maar dat er ook ruimte voor verbetering is. Zo lijkt vrij lezen in het basisonderwijs bijvoorbeeld alleen effect te hebben op de leesfrequentie van de kinderen die toch al lezen. Voor de aarzelende lezers is alleen vrij lezen niet genoeg; voor hen is waarschijnlijk meer begeleiding gewenst om hier ook van te kunnen profiteren. Voorlezen blijkt een zeer geschikte leesbevorderingsactiviteit: het heeft een positief effect op álle leerlingen.
Lezen op het vmbo
Vrij lezen komt op de Bibliotheek op school-scholen regelmatiger voor dan op vmbo-scholen die wel een actief leesbevorderingsbeleid hebben, maar niet aan de Bibliotheek op school meedoen. De Bibliotheek op school stimuleert de leesmotivatie van meer vaardige leerlingen (leerlingen uit de gemengde en theoretische leerweg), van meisjes en van jongere leerlingen. Dit zijn juist de leerlingen die over het algemeen welwillender staan tegenover lezen. De ‘onwillige’ lezers, die ruimschoots vertegenwoordigd zijn op het vmbo, worden door de Bibliotheek op school nog onvoldoende bereikt.
De Bibliotheek op school
Kunst van Lezen stimuleert duurzame samenwerking voor leesbevordering tussen Bibliotheken en basisscholen en vmbo-scholen onder de noemer de Bibliotheek op school. Centrale elementen daarbinnen zijn: het versterken van de leesomgeving op school (bijvoorbeeld door het inrichten van een hoogwaardige schoolbibliotheek), het aantonen van de effectiviteit van de aanpak en het vergroten van de deskundigheid van leerkrachten (school) en leesconsulenten (bibliotheek) op het gebied van leesbevordering en informatievaardigheden.
De Bibliotheek op school is inmiddels op ruim 3.200 basisscholen en op 229 middelbare scholen in Nederland een beproefde aanpak om het leesplezier en de taalvaardigheid van leerlingen te vergroten.
Intensieve stimuleringsregeling De Bibliotheek op school
Twaalf basisscholen en twaalf bibliotheken in het primair onderwijs en zeven vmbo-scholen en evenveel begeleidende bibliotheken door heel Nederland hebben samengewerkt aan het intensieve-stimuleringstraject de Bibliotheek op school. Kunst van Lezen heeft voor dit traject extra middelen ingezet om een serieuze slag te maken in het bevorderen van lezen op school en thuis. Belangrijkste doelstellingen: de scholen realiseren een duurzame, intensieve aanpak voor het werken aan leesbevordering (een structurele, levende leescultuur op school) en de bibliotheken professionaliseren zich in het werken met de Bibliotheek op school.
Kunst van Lezen
Kunst van Lezen is het leesbevorderingsprogramma van OCW dat uitgevoerd wordt door penvoerder Stichting Lezen en de Koninklijke Bibliotheek in nauwe samenwerking met provinciale en lokale bibliotheekorganisaties. Het programma bestaat uit BoekStart (0-4 jaar), de Bibliotheek op school (4-18 jaar) en het opzetten en in stand houden van (boven)lokale leesbevorderingsnetwerken.
Vanaf 2016 is Kunst van Lezen onderdeel van het actieprogramma Tel mee met Taal (ministeries OCW, VWS en SZW) dat inzet op het voorkomen en tegengaan van laaggeletterdheid. Tel mee met Taal is in 2019 verlengd tot 2025.