Stichting Lezen ondersteunt van harte de aanbevelingen die de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad doen om een sterke infrastructuur voor leesmotivatie tot stand te brengen. Stichting Lezen ziet goede mogelijkheden om haar huidige beleid, dat bewezen effectief is, breder vorm te geven en daarmee de leescultuur bij kinderen en jongeren te stimuleren.
De oproep tot een leesoffensief die de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad vandaag onder de titel LEES! aanboden aan minister Van Engelshoven, analyseert allereerst de situatie waarin het lezen zich bevindt. De raden constateren dat Nederlandse jongeren steeds minder vaak, minder goed, met steeds minder plezier en vooral minder vaak diep lezen. Dat gaat ten koste van het functioneren op school en van de samenleving. Het wordt jongeren ook niet makkelijk gemaakt: er is minder tijd voor lezen in het onderwijs en er is bezuinigd op bibliotheken en schoolmediatheken. Al zijn er goede initiatieven, leesbevordering is niet intensief en systematisch genoeg. De raden benadrukken de noodzaak van extra financiële investeringen en pleiten ervoor:
- Een krachtig en samenhangend leesbeleid te voeren
- Een rijk en divers leesaanbod te verzorgen
- Een positieve en stimulerende leescultuur tot stand te brengen thuis, op school en in de kinderopvang.
Een rol voor de Leescoalitie
De raden roepen op tot een actieve publiekscampagne voor het lezen, en zien hier een rol voor de Leescoalitie. De Leescoalitie maakt zich sterk voor een geletterd Nederland en pakt de handschoen graag op om er gezamenlijk alles aan te doen om die noodzakelijke verandering tot stand te brengen.
Gerlien van Dalen, directeur-bestuurder van Stichting Lezen en voorzitter van de Leescoalitie: “De raden erkennen het belang van leesbevordering. Het is goed dat zij de oplossingen niet alleen zoeken in cultuur- en letterenbeleid, maar ook het onderwijsbeleid in dit advies betrekken. De raden pleiten voor leesbevorderaars en leesspecialisten op school. Dat doen we in de praktijk en we weten dat het werkt. Met BoekStart, de Bibliotheek op school en leesbevorderingscampagnes bereiken we inmiddels 1 miljoen kinderen en met onze lokale netwerkaanpak hebben we de afgelopen jaren de samenwerking tussen onderwijs, kinderopvanginstellingen, bibliotheken en andere samenwerkingspartners goed vorm gegeven. Wil er echter een kentering komen, dan moet er meer gebeuren. De huidige aanpak kunnen we uitbreiden en verdiepen. Als er daadwerkelijk meer middelen voor leesbevordering beschikbaar komen, kunnen we samen met organisaties die betrokken zijn bij de leesopvoeding van kinderen en jongeren, grote stappen maken. Stichting Lezen neemt graag het voortouw.”