Eergisteren bracht de Inspectie van het onderwijs De Staat van het Onderwijs naar buiten. De Staat van Onderwijs schetst een weinig positief beeld van het lezen in het Nederlandse onderwijs. Dit komt niet onverwacht. Het PISA-onderzoek (2019) waaraan de Inspectie refereert, haalde al eerder de kranten. Voor Stichting Lezen is de doorgaande leeslijn al jaren uitgangspunt van leesbevorderingsbeleid, maar dit inspectierapport maakt duidelijk dat daar binnen het onderwijs onvoldoende invulling aan kan worden gegeven. Gezien de bevindingen van de Inspectie is het de hoogste tijd werk te maken van het leesoffensief, willen we deze neergaande leesontwikkeling stoppen.
Staat van het Onderwijs 2020
Wat het inspectierapport zichtbaar maakt en terecht benadrukt is dat lezen in alle onderwijssectoren een uitdaging is. Zo geeft de Inspectie aan signalen te krijgen dat mbo- en hbo-opleidingen veel aandacht moeten geven aan het wegwerken van taal-en rekenachterstanden bij sommige studenten. Met name op het mbo verdient taal en leesbevordering meer aandacht.
De Inspectie constateert dat expliciete aandacht in het curriculum voor leesonderwijs en een doorgaande lijn tussen de onderwijssectoren nodig zijn om de leerlingen voldoende te kwalificeren voor deelname op de arbeidsmarkt en in de maatschappij.
Van de basisschoolleerlingen verlaat 98% het onderwijs met het fundamenteel leesniveau, 78% haalt het streefniveau, maar het aantal excellente lezers daalt. Tussen 2003 en 2019 is het aandeel 15-jarigen dat de OESO als zodanig laaggeletterd beschouwt dat zij niet voldoende kunnen meekomen in de maatschappij toegenomen van 11 naar 24%. Daarnaast nemen de motivatie om te lezen en het leesplezier bij leerlingen af.
Sterke infrastructuur leesmotivatie en leesvaardigheid
Gerlien van Dalen, directeur van Stichting Lezen: “Stichting Lezen maakt zich zorgen over de constateringen van de onderwijsinspectie ten aanzien van de ontwikkeling van het Nederlandse leesonderwijs: er is sprake van zowel een toename van potentieel laaggeletterden als een afname van excellente lezers.
De ministers van Onderwijs en Cultuur hebben naar aanleiding van het advies LEES! van de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur een leesoffensief aangekondigd. Lezen ingebed in het curriculum is daar een onderdeel van. Stichting Lezen werkt graag mee aan een sterke infrastructuur voor het tot stand brengen van leesmotivatie en leesvaardigheid.
Met onder andere de programma’s BoekStart en de Bibliotheek op school, die al op meer dan 5.500 kinderdagverblijven en scholen uitgevoerd worden, zetten we ons er onverminderd voor in dat kinderen en jongeren kunnen, willen en blijven lezen. Op 27 mei publiceren we de herziening van ons beleidsrapport De doorgaande leeslijn. We verwachten dat we daarmee een impuls kunnen geven aan het leesoffensief. Laten we onze toekomstige generaties een basis voor het leven meegeven.”
De Leescoalitie
De Leescoalitie die zich sterk maakt voor een geletterd Nederland wil graag in gesprek met de Inspectie en andere betrokkenen. Maar zoals de Inspectie zelf aangeeft is het, gegeven de coronacrisis, beter dit gesprek niet nu maar op een later moment te voeren.
De Leescoalitie bestaat uit Stichting Lezen (voorzitter), de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, Stichting Lezen en Schrijven, het Literatuurmuseum/ Kinderboekenmuseum, de bibliotheken (de Koninklijke Bibliotheek en Vereniging van Openbare Bibliotheken en het Nederlands Letterenfonds.