4 april 2019

Hoe ziet de optimale jeugdcollectie er uit? Om deze vraag te beantwoorden hebben Stichting Lezen en de Koninklijke Bibliotheek (KB) een onderzoek laten uitvoeren om te kijken wat de beste omvang en samenstelling van jeugdcollecties in Nederland is. Het rapport Naar optimale jeugdcollecties op bibliotheken en scholen (pdf) is op 26 maart gepresenteerd tijdens de landelijke collectiemiddag.

In het onderzoek is gekeken naar bibliotheekcollecties voor kinderen tot 12 jaar op scholen en in openbare bibliotheekvestigingen. Ook de relatie tussen deze twee werd onderzocht.

Bekijk hier een interview met de onderzoekers.

De belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit het rapport:

Collectie op basisscholen
Twee van de belangrijkste resultaten van de data-analyses op 23 deelnemende scholen zijn:

  • De normen van de Bibliotheek op school voor wat betreft collectieomvang en actualiteit van de collectie worden redelijk nageleefd.
  • Op scholen met een grotere collectieomvang zijn meer uitleningen per leerling per jaar en hebben leerlingen meer leesplezier.

Dit leidt o.a. tot de volgende aanbevelingen:

  • Hanteer i.p.v. drie boeken per leerling, vijf boeken per leerling als minimumaantal in een schoolbibliotheek.
  • Stimuleer de variant ‘verder lezen’ door de leerlingen de boeken mee naar huis te laten nemen.

Jeugdcollecties in de bibliotheek (t/m 12 jaar)
Twee van de belangrijkste resultaten van de data-analyses op 26 bibliotheekvestigingen zijn:

  • Grotere jeugdcollecties leiden tot meer uitleningen en meer actieve leners.
  • Het potentieel van het e-bookplatform voor jeugdleden is momenteel onderbenut.

Dit leidt o.a. tot de volgende aanbevelingen:

  • Streef naar een collectie van zeven of meer boeken per jeugdlid
  • Zet het e-bookplatform van de KB beter in.

Relatie schoolbibliotheek en jeugdcollectie in de bibliotheekvestiging
Drie van de belangrijkste conclusies:

  • Er lijkt sprake te zijn van een vervangingseffect: hoe meer leerlingen bij de schoolbibliotheken lenen, hoe minder bij de jeugdcollectie in de bibliotheek.
  • Tel de uitleencijfers bij elkaar op: het gaat erom dat de jeugd boeken leest en daarbij is het feitelijk niet belangrijk welke bibliotheekcollectie zij daarvoor gebruiken. Daarom kunnen de uitleningen van de schoolbibliotheken en van openbare bibliotheken bij elkaar worden opgeteld.
  • Afstemmen van collecties: als in het werkgebied van de bibliotheek meer dan 80% van de scholen wordt bereikt kunnen de collecties op elkaar worden afgestemd. Op basis van wat er op de scholen wordt aangeboden kan de collectie in de openbare locaties een verdieping (meer moeilijke boeken) of verbreding (meer populaire titels) bieden.

Onderzoeksopzet
Het onderzoek vond plaats in het kader van het Gezamenlijk Collectieplan van de KB en Kunst van Lezen (het leesbevorderingsprogramma van Stichting Lezen en de KB) waar de programma’s BoekStart en de Bibliotheek op school onder vallen. Het onderzoek is uitgevoerd door ProBiblio en Pleiade Management & Consultancy en bestond uit twee delen:

  • data-analyses van de diverse soorten jeugdcollecties, gebruikmakend van verschillende datasets en
  • expertmeetings en interviews om de uitkomsten van de data-analyses te duiden.

Meer informatie
Voor meer informatie kunt u terecht bij Adriaan Langendonk, coördinator Kunst van Lezen en Elma Lammers, KB-beleidsadviseur Bibliotheekstelsel (Gezamenlijk Collectieplan & Wsob-gegevenslevering)

Doelgroep(en)