Een groep bekende kinderboekenauteurs biedt donderdag 1 juli een brandbrief aan minister Van Engelshoven aan. Daarin roepen zij de minister op om het leenrecht over hun boeken via schoolbibliotheken goed te regelen. Zij verwijzen daarbij specifiek naar het leenrecht over de boeken die via de Bibliotheek op school worden uitgeleend. Stichting Lezen onderschrijft de noodzaak tot goede afspraken te komen.
Billijke vergoedingen voor auteurs noodzakelijk
De brandbrief aan minister Van Engelshoven is ondertekend door de Auteursbond, de GAU en BNO. De afgelopen dagen zijn de kinderboekenauteurs vooruitlopend op de brief via social media een actie begonnen met de hashtag #neemderegie. In korte persoonlijke video’s roepen zij de minister op in actie te komen.
Stichting Lezen ondersteunt van harte de oproep van de kinderboekenauteurs om tot een algemeen passend systeem te komen. Leenrechtvergoedingen zijn noodzakelijk voor het goed functioneren van elk leesbevorderingsprogramma, waarin zowel makers als leesbevorderaars een belangrijke rol hebben. Zonder boeken geen collectie in de schoolbibliotheek. Als ontwikkelaar en uitvoerder van de Bibliotheek op school hebben we de afgelopen jaren daarom steeds aandacht gevraagd voor deze kwestie.
Leenrecht en de Bibliotheek op school
Stichting Lezen onderkent de problematiek rond het leenrecht en de uitleningen via de Bibliotheek op school. Sinds 2012 informeren we bibliotheken die met de Bibliotheek op school starten dat zij verplicht zijn leenrecht af te dragen voor de schoolbibliotheekboeken die in bezit van de Bibliotheek zijn. In het exploitatiemodel van de aanpak is het leenrecht ook opgenomen.
In de discussie rond het leenrecht die nu op social media ontstaat, kloppen lang niet alle uitspraken. Volgens de wet vallen alleen de boeken die in het bezit zijn van de Bibliotheek onder het leenrecht; boeken in het bezit van de school, maar uitgeleend via de Bibliotheek op school, vallen niet onder het leenrecht. Veel bibliotheken dragen conform deze regeling leenrecht af. De minister heeft de Bibliotheek op school – uitsluitend met het scenario waarbij alle boeken eigendom zijn van de Bibliotheek – als voorkeursmodel voor schoolbibliotheken benoemd.
De minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap heeft op 22 december 2017 in haar brief naar de Tweede Kamer het volgende geschreven:
‘Scholen hebben een vrijstelling voor het afdragen van leenrechtvergoeding bij uitleningen uit de schoolbibliotheek, de zgn. onderwijsvrijstelling. Bij de samenwerking tussen scholen en openbare bibliotheken in het kader van dBos is het voor scholen niet altijd duidelijk in welke gevallen wel of geen leenrechtvergoeding moet worden afgedragen. Hierbij is als eerste van belang of sprake is van uitlening of dat de boeken alleen worden gebruikt in het schoolgebouw. Indien de boeken worden uitgeleend, is van belang van welke instelling de uitgeleende werken zijn: de school (vrijgesteld van vergoeding) of de openbare bibliotheek (vergoedingsplichtig). Kortom, gaat het om uitlening van boeken uit de schoolbibliotheek of om uitlening van boeken uit de openbare bibliotheek op een school? De praktijk laat een groot aantal varianten zien. Uit het onderzoek blijkt dat in veel gevallen – maar niet altijd – leenrechtvergoeding wordt afgedragen.’