14 april 2021

In de Staat van het Onderwijs 2021 pleit de Inspectie van het Onderwijs voor meer aandacht voor basisvaardigheden in het onderwijs en het verkleinen van de kansenongelijkheid. Dit pleidooi sluit naadloos aan op wat Stichting Lezen en de Leescoalitie in hun Oproep tot een ambitieus leesoffensief stellen: goed kunnen lezen is van wezenlijk belang voor schoolsucces, persoonlijke ontwikkeling en de samenleving in het algemeen.

Staat van het Onderwijs 2021

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 14 april 2021 De Staat van het Onderwijs gepubliceerd. Het inspectierapport maakt zichtbaar en benadrukt dat basisvaardigheden, zoals lezen, schrijven en rekenen, het afgelopen jaar nog meer onder druk zijn komen te staan door de scholensluitingen in verband met corona.

Basisscholieren hebben tijdens de eerste scholensluiting in het voorjaar van 2020 minder leergroei geboekt op het gebied van begrijpend lezen, spelling en rekenen/wiskunde dan in dezelfde periode in eerdere jaren. Vooral bij begrijpend lezen zijn leerlingen minder vooruitgegaan: gemiddeld hebben ze tussen de midden- en eindtoets (tussen januari/februari en juni/juli) 74 procent van de leergroei van eerdere cohorten doorgemaakt. Voor alle drie de leerdomeinen geldt dat de vertraging in leergroei ongeveer anderhalf keer zo groot is bij leerlingen met een lage en gemiddelde sociaaleconomische status dan bij leerlingen met een hoge sociaaleconomische status.

Alida Oppers, inspecteur-generaal Inspectie van het Onderwijs, stelt dat de coronacrisis duidelijk heeft gemaakt dat er een inhaalslag nodig is. Oppers roept op om van de reparatie een renovatie te maken: versterk met de beschikbare middelen uit het Nationaal Programma Onderwijs het fundament en durf te kiezen voor basisvaardigheden en kansengelijkheid. Investeer in leraren, en zet beproefde aanpakken en wetenschappelijke inzichten in. Daar heb je op lange termijn ook profijt van. Ministers Slob en Van Engelshoven, die het rapport in ontvangst namen, bevestigen deze koers.


Focus op lezen

Gerlien van Dalen, directeur van Stichting Lezen en voorzitter van de Leescoalitie: “Ik ben verontrust over de ontwikkeling van het Nederlandse leesonderwijs. Stichting Lezen onderschrijft de koers die de Inspectie wil inzetten, wij zetten ons daar ook al jaren voor in. Dat doen we met onder andere de bewezen effectieve programma’s BoekStart en de Bibliotheek op school, die al op meer dan 6.400 kinderdagverblijven en scholen uitgevoerd worden. We werken met deze programma’s structureel aan een beter leesklimaat in de kinderopvang en op scholen en verstevigen de band met ouders, zodat er ook thuis meer aandacht is voor een rijke taalomgeving. Dat zorgt voor meer gelijke kansen voor iedereen.

Naast de renovatie van het onderwijs in lezen, schrijven en rekenen, is het daarom belangrijk dat de politiek het leesoffensief met ambitie invult en ook met ambitie middelen beschikbaar stelt. Lezen zou bij alle partijen hoogste prioriteit moeten zijn. Ik hoop dat het kabinet deze opdracht serieus neemt en zich sterk maakt voor substantiële investeringen in goed leesonderwijs, leesbevordering, deskundigheidsbevordering, bibliotheken en een rijke leesomgeving in kinderopvang en scholen. Alleen zo kunnen we de noodzakelijke verbeteringen in leesvaardigheid en kansengelijkheid voor elkaar krijgen. Onze ambitie is dat alle kinderen en jongeren kunnen, willen en blijven lezen.”


Lees ook Oproep tot een ambitieus leesoffensief van de Leescoalitie
Lees hier over de effecten van het leesbevorderingsprogramma BoekStart
Lees hier over de effecten van het leesbevorderingsprogramma de Bibliotheek op school


De Leescoalitie bestaat uit Stichting Lezen (voorzitter), de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, Stichting Lezen en Schrijven, het Literatuurmuseum/Kinderboekenmuseum, de bibliotheken (de Koninklijke Bibliotheek en Vereniging van Openbare Bibliotheken en het Nederlands Letterenfonds