Nederlandse 15-jarigen scoren slecht -en steeds slechter- op leesvaardigheid, zo bleek eind 2019 uit het internationaal vergelijkende onderzoek PISA. Nu laat een verdiepende analyse zien dat de kansenongelijkheid in het voortgezet onderwijs is toegenomen. De ongelijkheid kan voor een belangrijk deel worden verklaard uit de ongelijke beschikking van leerlingen over educatieve hulpmiddelen, culturele bezittingen en welvaart in de thuisomgeving.
Kind met hoger opgeleide ouders is betere lezer
De rapportage PISA-2018 de verdieping; kansenongelijkheid in het voortgezet onderwijs is op 19 november 2020 gepubliceerd. Uit de rapportage blijkt dat op 15-jarige leeftijd kinderen van hoger opgeleide ouders de sterkste leesprestaties boeken, gevolgd door respectievelijk kinderen van middelbaar opgeleide ouders en kinderen van lager opgeleide ouders. De voorsprong die kinderen van hoger en middelbaar opgeleide ouders hebben op kinderen met lager opgeleide ouders is tussen 2003 en 2015 significant en dus ‘betekenisvol’ gegroeid, om tussen 2015 en 2018 te stabiliseren (Gubbels et al., 2019, https://research.utwente.nl/en/publications/results-pisa-2018-an-overview). Dit suggereert dat de kloof in leesvaardigheid voor het ouderlijk opleidingsniveau zich verbreedt. Een verdiepende analyse bevestigt dat kinderen van lager opgeleide ouders tussen 2003 en 2018 minder sterke kansen hebben gekregen om uit te groeien tot een vaardige lezer. Als rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van ouderlijke hulpbronnen in huis, zoals klassieke literatuur, een computer, en een plek om aan te leren en te studeren, versmalt de kloof. Dergelijke hulpbronnen vergroten de kans van kinderen van lager opgeleide ouders om uit te groeien tot een vaardige lezer (Aalders et al., 2020).
Kind van in Nederland geboren ouders is betere lezer
Op 15-jarige leeftijd presteren kinderen met een migratieachtergrond minder sterk op leesvaardigheid. Dit geldt zowel voor eerste als tweede generatie migrantenleerlingen. Leerlingen uit de tweede generatie presteren sterker op leesvaardigheid dan leerlingen uit de eerste generatie (OECD, 2019, http://www.oecd.org/publications/pisa-2018-results-volume-ii-b5fd1b8f-en.htm). Jongeren met een migratieachtergrond lopen bovendien een groter risico om laaggeletterd te worden. Aanvullende analyses van het PISA-onderzoek laten zien dat 35% van de 15-jarigen met een migratieachtergrond presteert op het laagste niveau voor leesvaardigheid, terwijl het 19% van de 15-jarigen zonder migratieachtergrond betreft (Gubbels et al., 2019, ongepubliceerde analyse, https://research.utwente.nl/en/publications/results-pisa-2018-an-overview).
De kloof voor migratieachtergrond is tussen 2003 en 2018 gegroeid. Dit betekent dat kinderen met een migratieachtergrond minder sterke kansen hebben gekregen om uit te groeien tot een vaardige lezer. Ook voor deze kinderen geldt dat ouderlijke hulpbronnen in huis de kans vergroten dat zij uitgroeien tot een vaardige lezer.
Lees ook ons nieuwsbericht Verdieping PISA-resultaten bevestigen noodzaak effectief leesbevorderend onderwijs (8 oktober 2020)
Lees ook ons persbericht – Stichting Lezen: leesbevordering belangrijker dan ooit (3 december 2019)
Lees ook ons achtergrondartikel bij PISA-2018: Urgentie inzetten op leesmotivatie in het onderwijs hoog (3 december 2019)
Lees ook de Leesmonitor voor de belangrijkste resultaten uit PISA-2018