Zijn er voor digitaal lezen andere vormen van geletterdheid nodig? Ja, zo blijkt uit de prestaties van 15-jarigen op een online leestaak in het internationale leesvaardigheidsonderzoek PISA. De leerlingen lezen een informatieve tekst op internet, waarbij ze ook klikken op hyperlinks, zoekopdrachten formuleren en informatie lokaliseren. Deze specifieke online vaardigheden verklaren 15% van de prestaties van leerlingen. Tegelijkertijd blijkt een sterke vaardigheid in het offline lezen belangrijker om de online leestaak succesvol af te ronden. Printgeletterdheid verklaart 80% van de verschillen in de prestaties van de leerlingen (OECD, 2015).
Dat digitale geletterdheid samenhangt met printgeletterdheid, komt ook naar voren uit binnenlands onderzoek. 10- tot 13-jarigen die de eigen leesvaardigheid positief inschatten en thuis beschikken over veel boeken, boeken sterkere prestaties op digitale geletterdheid. Digitale geletterdheid bestaat in deze studie onder andere uit de deelvaardigheden verzamelen, het beoordelen en uitwisselen van digitale informatie en het creëren van digitale producten (Kennisnet & Universiteit Twente, 2020).
Wie kinderen van het scherm wil leren lezen, lijkt er verstandig aan te doen hen de vaardigheden aan te leren die een rol spelen bij het lezen van papier. Hiernaast kan worden ingezet op het vaardig worden in het zoeken en navigeren op internet. De kwaliteit van de zoek- en navigatie-acties speelt hierin een rol. Leerlingen die erin slagen om de meest relevante online informatiebronnen op te sporen en te verwerken, presteren ook sterker op de online leestaak (OECD, 2015). Hiernaast boeken leerlingen die gericht navigeren en die actief en exploratief navigeren sterkere leesprestaties dan leerlingen die beperkt tot niet navigeren (OECD, 2021).