Lezen in de vrije tijd hangt samen met sociaal begrip en empathie. Dit blijkt uit twee meta-analyses van respectievelijk 30 en 114 studies. Mensen die veel lezen, zijn beter in staat om de gedachten en emoties van andere mensen te begrijpen. Tevens zijn zij empathischer: ze kunnen zich beter inleven in andere mensen (Mumper & Gerrig, 2017; Wimmer et al., 2024).
Het verband tussen lezen en sociaal begrip en empathie geldt voornamelijk wanneer mensen veel fictieof verhalen lezen. Het lezen van non-fictie houdt minder sterk verband met inzicht en inleving in anderen (Mumper & Gerrig, 2017; Wimmer et al., 2024).
Voorlezen en Theory of Mind
Het verband tussen het lezen van fictie en sociaal begrip ontstaat op jonge leeftijd. Kinderen tussen de 4 en 6 jaar van wie de ouders veel prentenboeken kennen en regelmatig voorlezen, hebben een beter ontwikkelde ‘Theory of Mind’ (Adrian et al., 2005; Mar, Tackett, & Moore, 2010). Theory of Mind is de vaardigheid om onderscheid te maken tussen de gedachten en gevoelens van het zelf en van een ander mens. Deze vaardigheid wordt beschouwd als voorwaarde om empathisch te kunnen zijn. Het aanleren van Theory of Mind is onderdeel van de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Er bestaat tevens bewijs dat voorlezen de potentie heeft om de sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren. Ook bij oudere kinderen lijkt er een verband te bestaan tussen lezen en sociaal begrip, al is onderzoek op dit gebied schaars (Batini et al., 2021).
Fictie lezen en sociale cognitie: oorzaak en gevolg
Dat het lezen van (literaire) fictie samenhangt met sociaal begrip en empathie, is herhaaldelijk aangetoond. Wat hierbij oorzaak is en wat gevolg, is niet duidelijk. Zorgt fictielezen voor meer inzicht en inleving in andere mensen? Of lezen mensen die van zichzelf sociaal begripvoller en empathischer zijn liever fictie? Of werkt het verband beide kanten op?
Experimenteel onderzoek laat wisselende resultaten zien, met soms wel, soms geen, en soms zelf negatieve effecten van het lezen van (literaire) fictie op sociaal begrip en empathie (Kidd & Castano, 2013; Panero et al., 2016; Lenhart & Richter, 2025; Eekhof, 2024). Wanneer de verschillende studies worden samengenomen, zien we een kleinsignificant (‘betekenisvol’) positief effect van fictielezen op de sociale cognitie (inzicht en inleving in anderen) (Hedges’ g = .14/.15). Voor het lezen van non-fictie geldt dit niet of in mindere mate (Dodell-Feder & Tamir, 2018; Wimmer et al., 2024).
Effecten op korte en lange termijn
Hoe valt dit kleine positieve effect van fictielezen te verklaren? Waarschijnlijk is er in de experimentele studies sprake van een ‘priming effect’. Als mensen een fictietekst lezen, worden ze in een sociale mindset gebracht, waardoor ze vervolgens hoger scoren op sociaal begrip en empathie. De vaardigheden die mensen al hebben, worden in dit geval aangesproken (Wimmer et al., 2024).
Het effect van fictielezen op de sociale ontwikkeling ontstaat vermoedelijk niet onmiddellijk, maar stapsgewijs. Door met behulp van fictie te oefenen met het inzicht en de inleving in andere mensen, groeien sociaal begrip en empathie op de langere termijn (Eekhof, 2024). Een longitudinaal onderzoek naar het lezen van literaire fictie door kinderen onderstreept dit idee. Kinderen die op 10-, 12- en 13-jarige leeftijd literaire fictie lezen, vertonen op latere leeftijd meer sociaal gedrag. Dit is niet het geval bij leeftijdgenoten die populaire fictie, comic books of non-fictie lezen (Lenhart et al., 2023).
Een wederzijds effect
De omgekeerde relatie gaat ook op: sociaal begrip en empathie beïnvloeden hoe mensen lezen. Lezers met sterke sociaal-cognitieve vaardigheden (inzicht in en empathie voor anderen) verplaatsen zich tijdens het lezen relatief sterk in de personages van een verhaal. Doordat zij zich tijdens het lezen meer inleven, kan de leeservaring vervolgens waarschijnlijk ook weer bijdragen aan de verdere ontwikkeling van hun sociaal-cognitieve vaardigheden (Eekhof, 2024).
Transportatie en literaire kwaliteit
Verhalen lijken met name het inlevingsvermogen te vergroten als mensen tijdens het lezen emotioneel getransporteerd raken. Zo leidt het lezen van fictie blijkens twee experimentele studies tot empathie, maar alleen als lezers worden opgezogen in het verhaal (Bal & Veltkamp, 2013; Johnson, 2012). Het lijkt dus, met andere woorden, belangrijk dat er een leesflow ontstaat.
Daarnaast draagt vermoedelijk ook de literaire kwaliteit bij aan de sociale functie van fictie. Het lezen van een tekst met literaire elementen (zoals klankrijm, metaforen, enzovoorts) zorgt voor meer empathie dan het lezen van een tekst waaruit de literaire elementen verwijderd zijn (Koopman, 2016). Tevens zorgt een literair verhaal met complexe, meerdimensionale karakters voor een betere herkenning van emoties op gezichten dan een populair verhaal met eenvoudige, eendimensionale karakters (Kidd, Ongis & Castano, 2016). Zogenaamde gaten in het verhaal, die lezers uitdagen om actief te interpreteren, hebben geen effect op het inlevingsvermogen en de empathie (De Mulder et al., 2017).