Laaggeletterden vertonen vaker gedrag dat bedreigend is voor de gezondheid, zoals roken, alcohol drinken en fysieke agressie uiten. Daarnaast hebben ze een grotere kans om daadwerkelijk minder gezond te zijn. De verklaring schuilt deels in de geringe leesvaardigheid. Hierdoor kunnen ze zich niet diepgaand informeren over gezondheidskwesties. Voorlichtingsmateriaal in een meer toegankelijke schrijfstijl helpt, al zorgt dit er niet voor dat de kloof met hooggeletterden verdwijnt (DeWalt & Hink, 2009; Buisman et al., 2013).
Frequente lezers worden gemiddeld ouder dan niet-lezers. Gepensioneerden die meer dan 3,5 uur per week lezen hebben over een periode van twaalf jaar 23% minder kans om te overlijden dan niet-lezende gepensioneerden. Voor gepensioneerden die minder dan 3,5 uur per week lezen is dat nog altijd 17%. Het lezen van fictie levert grotere gezondheidsvoordelen op dan het lezen van kranten of tijdschriften. De winst van (fictie)lezen schuilt waarschijnlijk in het behoud van cognitieve vaardigheden, wat weer zorgt voor een langere levensduur. Bij het vaststellen van het positieve effect van lezen is gecontroleerd voor andere factoren die de overlijdenskans beïnvloeden, zoals welvaart, opleiding, sekse, leeftijd en de gezondheid voorafgaand aan het onderzoek (Bavishi, Slade & Levy, 2016).