Programma’s voor leesbevordering
Speciale programma’s voor leesbevordering beogen de leesmotivatie van kinderen te vergroten, opdat zij vaker gaan lezen, meer plezier krijgen in lezen en vaardiger worden in lezen. Veel programma’s vinden plaats in een onderwijscontext, zoals in Nederland de Bibliotheek op school. Een meta-analyse van 39 onderzoeken toont aan dat dergelijke interventies de leesmotivatie en leesvaardigheid van leerlingen een impuls geven. De positieve effecten zijn ‘klein’ volgens de richtlijn van Cohen: d=0,38 voor intrinsieke leesmotivatie en leeszelfvertrouwen, d=0,42 voor extrinsieke leesmotivatie en d=0,27 voor leesbegrip (Van der Sande et al., 2023).
Er is een element in leesbevorderingsprogramma’s in het onderwijs in het bijzonder effectief. De leesmotivatie en de leesvaardigheid gaan het sterkst vooruit als programma’s de leesinteresse van leerlingen prikkelen. Deze interesse kan zowel persoonlijk en langdurig zijn als situatiegebonden. Daarnaast zijn de effecten op leesvaardigheid groter wanneer wetenschappers de interventie uitvoeren, in plaats van wanneer de docenten dit doen. Hoe langer een interventie duurt, hoe sterker de leesmotivatie van leerlingen ten slotte vooruit gaat (Van der Sande et al., 2023).
Basisscholieren profiteren voor hun leesvaardigheid sterker van leesbevorderingsprogramma’s dan middelbare scholieren. Gemiddelde lezers gaan op hun leesvaardigheid weer sterker vooruit dan zwakkere lezers. Naarmate er meer jongens aan een programma meedoen, groeit de leesmotivatie sterker. Dat is goed nieuws, want juist jongens zijn relatief ongemotiveerd om te lezen (Van der Sande et al., 2023).
Programma’s voor geïntegreerd lees- en zaakvakonderwijs
Speciale onderwijsprogramma’s beogen het lezen te integreren met zaakvakken, zoals natuurkunde, wereldoriëntatie of culturele en kunstzinnige vorming. Leerlingen leren hierdoor concepten en begrippen in verband en samenhang met elkaar. Zo werken ze aan hun vaardigheid in begrijpend lezen en de ontwikkeling van hun kennis.
In het Amerikaanse leesbevorderingsprogramma CORI of Concept-Oriented Reading Instruction lezen leerlingen in de bovenbouw van het basisonderwijs (groep 5-7) over een langere periode meerdere en gevarieerde teksten rond een centraal thema uit een zaakvak. Een meta-analyse van elf quasi-experimentele studies toont effecten van CORI op zowel leesmotivatie als leesvaardigheid. De positieve effecten zijn ‘groot’ volgens de richtlijn van Cohen: d=1,20 voor leesmotivatie en d= 0,91 voor tekstbegrip (Guthrie, McRae & Klauda, 2007).
In Nederland zijn een aantal interventies ontwikkeld die voortbouwen op CORI: DENK!, de Leerlijn van de Schoolschrijver, Blink Lezen en Focus op Begrip. Laatstgenoemde vormt de basis voor de pilot effectief leesonderwijs binnen de Bibliotheek op school. Deze pilot verbindt geïntegreerd lees- en zaakvakonderwijs aan leesbevordering. Docenten werken aan vijf à zes thema’s in wereldoriëntatie per jaar, zoals vrijheid, ruimte of natuurrampen. Zij besteden hierbij veel aandacht aan voorlezen, vrij lezen en praten over boeken binnen fictie en non-fictie.
Leerlingen in groep 5 die meedoen aan Denk!, gaan blijkens een quasi-experimentele studie vooruit in hun leesvaardigheid (Houtveen et al., 2018). Hiernaast is de leesvaardigheid van leerlingen hoger als hun docenten lessen geven waarin lezen wordt geïntegreerd met zaakvakken zoals wereldoriëntatie en wetenschap en techniek (Inspectie van het Onderwijs, 2022).
Het Amerikaanse programma Core Knowlegde Curriculum richt zich op het vergroten van achtergrondkennis. Deelnemende basisscholen integreren het lezen met de zaakvakken, maar ook de zaakvakken onderling. Leerlingen passen de kennis uit het ene vak toe op de kennis uit het andere vak, waardoor ze hun kennis verrijken. Het programma richt zich op basisscholieren in de onder- en bovenbouw. Deelnemende leerlingen gaan tussen groep 5 en 8, in vergelijking met een controlegroep, vooral vooruit in hun leesvaardigheid. Tevens verbeteren ze hun prestaties in wiskunde- en natuurwetenschappen (Grissmer et al., 2024; 2023).
Programma voor leraren als leesbevorderaars
Leerkrachten die zelf lezen en het lezen bevorderen, vergroten de kans dat hun leerlingen hun leesplezier en leesvaardigheid vergroten. De aanpak ‘Leraren als leesbevorderaars’ wil leerkrachten in het basisonderwijs hierin faciliteren. Dit gebeurt door hen boeken cadeau te geven, literatuurcirkels te organiseren waarin zij boeken met elkaar bespreken en kennis en informatie over leesbevordering met hen te delen. Leraren zijn overwegend positief over de aanpak. 85% heeft de indruk dat de kinderboeken die ze cadeau krijgen bijdragen aan hun competenties als leesbevorderaar. De literatuurcirkels hebben hier volgens twee derde een positieve invloed op. Inspiratiekaarten over boeken en een abonnement op het tijdschrift Lezen doen dit volgens ongeveer een derde. Leraren ervaren tussen het begin en einde van het project bovendien een toename in hun kennis van recente jeugdboeken (Jongstra et al., 2023).