De leesvaardigheid van Nederlandse jongeren blijft achter bij die van hun leeftijdsgenoten in andere Europese landen en in de OESO-landen. Dit blijkt uit PISA, het internationale onderzoek naar de leesvaardigheid van vijftienjarigen. Nederlandse middelbare scholieren scoren met 459 punten ‘significant’ en dus ‘betekenisvol’ onder het EU-gemiddelde van 480 punten en onder het internationale OESO-gemiddelde van 476 punten (Meelissen et al., 2023). In 2018 scoorden Nederlandse leerlingen nog rond het internationale gemiddelde, en in de metingen daarvoor erboven (Gubbels et al., 2019; Cito, 2016).
Nederland is in PISA gezakt van de 26e naar de 34e plaats op de ranglijst van in totaal 81 deelnemende landen. Het aantal landen dat significant en dus ‘betekenisvol’ sterker presteert is gestegen van 23 naar 33. Nederland laat met name steeds meer Europese landen voor zich, waaronder Italië, Zwitserland, Portugal en Spanje (Meelissen et al., 2023).
Tussen 2003, toen Nederland voor het eerst meedeed aan PISA, en 2015 zijn de leesprestaties van middelbare scholieren nagenoeg stabiel geweest. Tussen 2015 en 2018 trad er voor het eerst een significante en ‘betekenisvolle’ daling op. Deze daling zet zich versterkt door tussen 2018 en 2022 (Meelissen et al., 2023). Er is in Nederland sprake van een ‘toenemend negatieve trend’, waarbij de leesvaardigheid steeds sneller daalt (Meelissen et al., 2023; OECD, 2019).
Nederlandse vijftienjarigen zijn tussen 2015 en 2018 significant en ‘betekenisvol’ achteruitgegaan op alle drie de leesprocessen: informatie opzoeken, begrijpen, en evalueren en reflecteren. Op het onderdeel ‘informatie opzoeken’ zijn de prestaties het sterkst (Gubbels et al., 2019). Naarmate de complexiteit van de leestaak stijgt, ondervinden Nederlandse vijftienjarigen, net als tienjarigen, meer moeilijkheden (De Meyer & Warlop, 2010). In PISA 2022 zijn de scores op leesvaardigheid niet uitgesplitst naar de verschillende leesprocessen.
Kritiek op PISA
Internationaal vergelijkend onderzoek zoals PISA en PIRLS krijgt steeds vaker kritiek. Het is dan vooral de vraag hoe accuraat en betrouwbaar de uitkomsten zijn van de vergelijking met andere landen en doorheen de tijd.
De positie van Nederland op de ranglijst in 2018 blijkt negatief te zijn beïnvloed door een aantal factoren. Er hebben minder scholen deelgenomen dan gewenst. Dit heeft de representativiteit mogelijk verlaagd, ook ten opzichte van andere landen. Bovendien is de sterke daling op ‘evalueren en reflecteren’ ten opzichte van 2015 hand in hand gegaan met een grotere nadruk op dit onderdeel in de toets. In werkelijkheid is de daling waarschijnlijk kleiner dan uit het onderzoek blijkt. Dergelijke veranderingen in het toetsingskader komen regelmatig voor. De definitie van vaardig zijn in lezen is doorheen de jaren ook meermaals bijgesteld (Centraal Planbureau, 2022).