Deelname BoekStart in de Kinderopvang
Het programma BoekStart in de Kinderopvang ligt in het verlengde van BoekStart voor baby’s. Bibliotheken werken in dit programma, onderdeel van Kunst van Lezen, samen met kinderopvanglocaties om een stimulerende leesomgeving te creëren. 105 basisbibliotheken bieden anno 2023 BoekStart in de Kinderopvang of andere, vergelijkbare vormen van educatieve dienstverlening aan. Dit betreft een landelijke dekking van 78%. 2.868 van de ruim 9.000 kinderdagverblijven en peuterspeelzalen doen mee, een landelijke dekking van 31%. Er worden via deze weg in totaal ongeveer 155.000 jonge kinderen bereikt.
BoekStart in de Kinderopvang richt zich op aandacht voor (interactief) voorlezen, ouderbetrokkenheid en een rijke, actuele en gevarieerde boekencollectie op de instelling. De pedagogisch medewerkers zijn idealiter gekwalificeerd in leesbevordering, door middel van het volgen van een training tot voorleescoördinator en interactief voorlezen. Hiernaast is er een voorleesplan met visie, doelen en een jaarprogramma op het gebied van leesbevordering, dat jaarlijks een evaluatie krijgt met gegevens uit de Monitor BoekStart in de Kinderopvang. Deze elementen of bouwstenen staan beschreven in de praktijkkaart voor de interventie (Education Lab, 2021).
Voorlezen vindt vaker plaats op kinderdagverblijven met BoekStart in de Kinderopvang. 85% van de pedagogisch medewerkers op BoekStart-instellingen leest dagelijks voor, terwijl het op de instellingen zonder BoekStart gaat om 75% (Kantar, 2017). Pedagogisch medewerkers op BoekStart-instellingen lezen bovendien vaker interactief voor, bijvoorbeeld door vragen te stellen, en het voorleesritueel en de verhaalverwerking zijn er uitgebreider. Ook is er op deelnemende locaties meer aandacht voor taalzwakke kinderen en ouderbetrokkenheid (Kantar, 2020; Kantar, 2017).
Kindcentra met BoekStart in de Kinderopvang verankeren leesbevordering relatief sterk in het beleid. Er is vaker dan op niet-deelnemende instellingen een voorleescoördinator actief en voorlezen is vaker opgenomen in het beleids-, voorlees-, werk-, of opleidingsplan. Ook is de kennis van kinderboeken van pedagogisch medewerkers groter, heeft een groter aantal pedagogisch medewerkers een voorleescursus gevolgd, en is er een intensievere samenwerking met de bibliotheek (Kantar, 2020). De aanwezigheid van een voorleescoördinator en een voorleesplan op deelnemende instellingen houden bovendien positief verband met het voorleesgedrag van de pedagogisch medewerkers (Monitor BoekStart in de Kinderopvang, 2023).
Deelname BoekStart-Boekenpret
BoekStart-Boekenpret streeft ernaar om, in het bijzonder via de kinderopvang, ouders tot voorlezen te stimuleren. Het gaat daarbij om ouders die dit vanuit zichzelf weinig tot niet doen. 34 basisbibliotheken bieden het programma aan, 25% van het totaal (Koninklijke Bibliotheek, 2022). De interventie is opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut.