Citeren? Stichting Lezen - Leesmonitor(2024). Meisjes zijn leesvaardiger dan jongens. https://www.lezen.nl/onderzoek/meisjes-zijn-leesvaardiger-zijn-jongens/.
2 mei 2024

Verschil sekse

Meisjes zijn in het basis- en voortgezet onderwijs meer vaardige lezers dan jongens. Ze scoren op tienjarige leeftijd dertien punten hoger in het PIRLS-onderzoek en op vijftienjarige leeftijd 26 punten hoger in het PISA-onderzoek. Het sekseverschil is bij basis- en middelbare scholieren significant en dus ‘betekenisvol’. Hiernaast is het ongeveer even groot als in andere landen. De leesprestaties van jongens en meisjes dalen significant en dus ‘betekenisvol’ ten opzichte van de voorgaande metingen van PIRLS en PISA (Expertisecentrum Nederlands, 2023; Meelissen et al., 2023).

Nederlandse meisjes lopen omgerekend ongeveer een heel schooljaar voor op jongens (Eurydice, 2011). Jongens lopen een groter risico om het onderwijs laaggeletterd te verlaten. Van alle Nederlandse jongens presteert 39% in het voortgezet onderwijs op het laagste niveau van leesvaardigheid, terwijl het bij meisjes om 30% gaat (OECD, 2023).

Tussen 2001 en 2011 groeiden tienjarige meisjes en jongens naar elkaar toe in leesvaardigheid. In 2016 werd het verschil voor het eerst weer groter (Expertisecentrum Nederlands, 2017), en deze trend zet zich door in 2021 (Expertisecentrum Nederlands, 2023). Het sekseverschil op vijftienjarige leeftijd is doorheen de jaren ongeveer even groot gebleven (Meelissen et al., 2023).

Tienjarige meisjes zijn vaardiger dan jongens in beide begripsprocessen in PIRLS: het opzoeken van informatie en het trekken van conclusies, alsmede het integreren en evalueren van informatie (Expertisecentrum Nederlands, 2023). Vijftienjarige meisjes doen het beter op alle drie de onderdelen: het opzoeken van informatie, het begrijpen van teksten en het evalueren en reflecteren op teksten (Gubbels et al., 2019).

Breedte sekseverschil

De seksekloof wordt breder met het ouder worden. Voor een tienjarig meisje is het 1,4 keer zo waarschijnlijk dat ze een vaardige lezer is. Op vijftienjarige leeftijd is deze kans gestegen naar 1,6 keer (Eurydice, 2011). De seksekloof is ongeveer even groot in de verschillende opleidingstypen vmbo, havo en vwo (Cito, 2023). De seksekloof bestaat al minstens honderd jaar: er is dus geen sprake van een ‘jongenscrisis’ (Voyer & Voyer, 2014).

Sekseverschil naar taalonderdelen

Meisjes presteren in groep 8 beter dan jongens op lezen (met de vaardigheden begrijpen, interpreteren, evalueren en samenvatten) en taalverzorging (met de vaardigheden spelling, interpunctie en grammatica) (Inspectie van het Onderwijs, 2024; Cito, 2018). Meisjes presteren tevens beter op woordenschat. Bovendien zijn ze vaardiger in interpreterend en studerend lezen (Cito, 2014). Tot slot ligt de schrijfvaardigheid bij meisjes hoger dan bij jongens (Inspectie van het Onderwijs, 2021). 

Het sekseverschil ontstaat waarschijnlijk gedurende de vroeg- en voorschoolse periode. In Amerikaans onderzoek zijn er op leeftijden van 14, 24 en 36 maanden verschillen gevonden in taalbegrip en woordenschat, in het voordeel van meisjes (Rodriguez et al., 2009).

Sekseverschil digitaal lezen

Jongens hebben op digitaal lezen een kleinere achterstand dan op lezen van papier. Bij zestien deelnemende landen aan een aanvullende PISA-enquête, waaronder niet Nederland, scoren vijftienjarige meisjes gemiddeld 24 punten hoger. Voor het lezen van papier is het verschil 38 punten. Jongens zijn, in vergelijking met andere taalonderdelen, relatief vaardig in online zoeken en navigeren. Overigens hangen de twee vormen van geletterdheid sterk met elkaar samen: hoe vaardiger in lezen van papier, hoe vaardiger in digitaal lezen (PISA in Focus, 2012; OECD, 2015).