Selectie gegevens
De onderzoeksgegevens op deze website zijn afkomstig uit wetenschappelijk onderzoek (bijvoorbeeld naar de effecten van voorlezen), sociologisch onderzoek (bijvoorbeeld naar het leesgedrag in Nederland) en marktonderzoek (bijvoorbeeld naar het aantal bibliotheekleden in Nederland). Het streven is een representatief beeld te geven voor Nederlandse kinderen en volwassenen. Buitenlands onderzoek wordt opgenomen als dat relevant is voor de Nederlandse situatie.
Voor de selectie van het onderzoek worden de volgende criteria gehanteerd:
1. De resultaten zijn afkomstig uit empirisch onderzoek. Hierbij worden observaties en waarnemingen in de werkelijkheid verricht. Het kan gaan om bereikcijfers, enquêtes en/of experimenten. Dit betekent dat theoretische, essayistische en beschouwende publicaties in de basis buiten beschouwing blijven. Literatuurverslagen worden wel opgenomen, mits gebaseerd op empirisch onderzoek. Meta-analyses van meerdere onderzoeken worden in de basis sterker gewogen dan publicaties over een of enkele studies.
2. Het onderzoek is actueel en relevant. Onderzoeksterreinen zijn voortdurend in ontwikkeling; recente resultaten vullen bestaand onderzoek aan. Om deze reden genieten publicaties die in hetzelfde jaar zijn verschenen, en betrekking hebben op observaties en waarnemingen die twee jaar of jonger zijn, de voorkeur. Voor onderwerpen waarover geen recent(er) onderzoek beschikbaar is, of waarvan kan worden vermoed dat de resultaten niet gedateerd of anderszins achterhaald zijn, verschijnen ook oudere bronnen op de website.
3. De resultaten kunnen beschrijvend en verklarend van aard zijn. Sommige onderzoeken bevatten percentages (75% van de Nederlanders leest), andere onderzoeken bevatten (daarnaast) uitspraken over relaties en verbanden (‘Mannen lezen vaker dan vrouwen’; ‘leesbevorderingsprogramma’s hebben een positief effect op het leesgedrag’). Dergelijke relaties en verbanden worden uitgedrukt in significanties en effectgroottes. Deze laatste verdienen als maat de voorkeur, omdat ze een meer gefundeerde onderbouwing vormen.
De gegevens worden verzameld met behulp van de gespecialiseerde zoekmachines Google Scholar en PiCarta. Daarnaast zijn ze afkomstig uit publicaties die zijn verkregen via de websites van onderzoeksinstituten (SCP, CBS, OECD, Cito), marktonderzoeksbureaus (GfK, DUO Onderwijsonderzoek), universiteiten (persoonlijke pagina’s van onderzoekers), wetenschappelijke tijdschriften (Levende Talen, The Reading Teacher) en andere instanties uit het veld die onderzoek initiëren (Koninklijke Bibliotheek, KvB Boekwerk, Sardes).
Roadmap website
De zeven thema’s van de Leesmonitor omvatten aandachtsgebieden binnen de leesbevordering en de literatuureducatie, de terreinen waarop Stichting Lezen als kennis- en expertisecentrum actief is.
Leesbevordering en literatuureducatie worden uitgevoerd binnen de leesinfrastructuur, die bestaat uit bibliotheken, boekhandels, scholen en kinderopvanginstellingen (thema leescultuur). De hier werkzame leesbevorderaars fungeren als aanjagers van de leescultuur, en voeden kinderen en jongeren op tot lezers (thema leesbevordering). Zij hebben als doel het leesgedrag (thema leesgedrag) en de houding van mensen tegenover het lezen (thema leesmotivatie) te stimuleren, zowel op papier als van het scherm (thema digitalisering).
In deze activiteiten wordt uitgegaan van een positieve spiraal: mensen met een positieve leesattitude zijn geneigd om meer te lezen, waarvan ze profijt hebben voor zowel hun algemene geletterdheidniveau (thema leesvaardigheid) als voor hun literaire competentie (thema literatuureducatie). Dit maakt vervolgens óók weer dat ze lezen leuker en aantrekkelijker gaan vinden (thema leesmotivatie) én meer gaan lezen (thema leesgedrag). Als gevolg hiervan zullen ze inspirerender zijn als leesopvoeder voor de generaties die na hen opgroeien (thema’s leesbevordering en literatuureducatie).