Het internet is gerangschikt volgens de structuur van een hypertekst. De tekstonderdelen worden met elkaar verbonden door middel van aanklikbare hyperlinks. Zo ontstaan er verschillende volgordes waarin teksten en tekstonderdelen kunnen worden gelezen.
Basis- en middelbare scholieren blijken hyperteksten nagenoeg even diepgaand te begrijpen als lineaire teksten met een vaste structuur. Middelbare scholieren worden door een hypertekst bovendien gestimuleerd om complexere schema’s te maken van de begrippen in de tekst (mind maps). Mogelijk komt dit door de vrije structuur, die leidt tot een actievere wijze van informatie verwerken (Fesel, Segers & Verhoeven, 2018; Klois, Segers & Verhoeven, 2013).
Deze uitkomsten hebben betrekking op hiërarchische hyperteksten. Deze kennen een boomstructuur, die zich in stapjes van boven naar beneden vertakt. Genetwerkte hyperteksten, die sterker lijken op het internet, leiden bij middelbare scholieren tot een lager begripsniveau dan lineaire teksten. Bovendien doen de leerlingen langer over het lezen van de tekst, terwijl ze een groter aantal pagina’s lezen. Dit suggereert dat ze meer navigeren in de tekst dan dat ze deze lezen (Blom et al., 2018).