68% van de Nederlandse grootouders met kleinkinderen tussen de 0 en 12 jaar leest hen weleens voor. Vooral als grootouders een oppasfunctie vervullen, vindt het voorlezen regelmatig plaats. Oppasgrootouders die aan hun kleinkinderen voorlezen, doen dit in 77% van de gevallen minimaal wekelijks (Leescoalitie & GfK, 2019).
Net als tussen ouders bestaan er ook tussen grootouders sekseverschillen in de leesopvoeding. Terwijl 58% van de grootmoeders hun kleinkinderen (t/m 18 jaar) weleens voorleest, doet 46% van de grootvaders dit. Ook vinden grootmoeders voorlezen vaker leuk om te doen dan grootvaders . Zij hopen ook vaker dat het kleinkind door het voorlezen interesse voor boeken krijgt, en denken vaker dat voorlezen de fantasie prikkelt (Leescoalitie & GfK, 2019). Grootmoeders kennen ook meer titels van kinderboeken dan grootvaders (Van Steensel, 2023).