Oefening baart kunst. Het zorgt ervoor dat het lezen steeds geautomatiseerder verloopt. Het leesmateriaal kan het nut van oefenen vergroten. Authentieke teksten helpen meer dan woordrijtjes. Kinderen die deze teksten meermalen lezen, leren sneller en beter vloeiend lezen dan wanneer ze oefenen met losse woorden (Houtveen, Van de Grift, & Brokamp, 2013; Martin-Chang, Levy, & O’Neil, 2007).
Ook de woordenschat en het tekstbegrip profiteren sterker van teksten dan van woordrijtjes. De context helpt kinderen om de betekenis van moeilijke woorden te achterhalen. Het blijkt dat juist jonge, beginnende én zwakke lezers daar baat bij hebben (Houtveen, 2013; Archer & Bryan, 2001; Nicholson, 1991).
Tekstgericht leesonderwijs zorgt tot slot voor een grotere ‘transfer’ van het geleerde. Leerlingen die oefenen met volledige teksten en boeken presteren beter op onbekend leesmateriaal dan zij die oefenen met losse woorden (Houtveen, 2013; Martin-Chang & Levy, 2005).
Binnen tekstgericht leesonderwijs helpt het dat de docent expliciete instructie geeft voor de woordenschat. Het uitleggen van de betekenis van woorden verhoogt het begrip van de tekst. Dit is vooral het geval bij zwakkere leerlingen. Zij krijgen dankzij expliciete instructie waarschijnlijk meer cognitieve ruimte om de tekst te begrijpen (Houtveen, Van Steensel & De la Rie, 2019).