Ouders met een kind met het risico op een taalachterstand krijgen een bijzonder bezoek: twintig weken lang komt er een vrijwilliger bij hen thuis om de taalomgeving te verrijken en de taalontwikkeling te stimuleren. De kinderen (tussen de twee en acht jaar oud) worden voorgelezen en doen taalspelletjes, hun ouders krijgen tips & tricks voor hoe dit zelf te doen en er vindt een bibliotheekbezoek plaats om kennis te maken met het boekenaanbod. De VoorleesExpress is opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut.
De VoorleesExpress opereert anno 2023 vanaf 598 locaties in Nederland, zoals bibliotheken en welzijnsorganisaties. Dit is een stijging van 7% ten opzichte van de 560 locaties in 2022 en van 34% ten opzichte van de 447 locaties in 2021. De groei komt mede doordat meer bibliotheken het programma ondersteunen en uitvoeren, waardoor ook kleine dorpen kunnen worden bereikt. Driekwart van de 139 overkoepelende organisaties die de VoorleesExpress uitvoeren betreft een basisbibliotheek. In totaal bieden acht op de tien basisbibliotheken in Nederland de VoorleesExpress aan.
Er zijn anno 2023 bijna 5.300 vrijwilligers actief voor de VoorleesExpress, 16% meer dan het jaar ervoor. Zij hebben gedurende dit jaar in totaal bijna 4.900 gezinnen bezocht en begeleid, een groei van 19% ten opzichte van een jaar eerder. Het betreft de tweede jaar-op-jaar-stijging sinds de coronacrisis. De vrijwilligers hebben in deze gezinnen aan 7251 kinderen voorgelezen en samen met hen taalactiviteiten gedaan. De meeste deelnemende kinderen zijn vier, vijf of zes jaar oud en spreken thuis meerdere talen. Met de DoorleesExpress vindt er een pilot plaats voor kinderen tussen de acht en twaalf jaar. Hier hebben in 2023 186 gezinnen aan meegedaan.
De VoorleesExpress slaagt in haar doelstelling om de taal- en leesontwikkeling te stimuleren. De interventie bereikt de doelgroep van gezinnen met risico op taalachterstanden. De kinderen in deze gezinnen gaan gedurende de twintig weken significant en ‘betekenisvol’ vooruit op het verhaalbegrip, maar niet op woordenschat. Ook leren ze meer boeken kennen, een effect dat zich na afloop van de interventie voortzet. De ouders gaan gedurende de interventie vaker voorlezen, en gaan hier na afloop eveneens mee door (Broens & Van Steensel, 2019).
De VoorleesExpress heeft tijdens de coronacrisis vaak online plaatsgevonden, waarbij ook de mogelijkheid bestond om gebruik te maken van digitale prentenboeken. Vrijwilligers blijken overwegend tevreden te zijn over de online huisbezoeken en de digitale prentenboeken. Vijftien van de negentien onderzochte gezinnen gebruiken de digitale prentenboeken, naast de sessie met de vrijwilliger, ook zelfstandig. Op basis van dit onderzoek lijkt een online editie van de VoorleesExpress werkbaar op het moment dat fysieke huisbezoeken niet mogelijk zijn (Van Steensel, De Koning & Hagendoorn, 2021).