Kinderen die in hun vrije tijd veel lezen, hebben een hogere leesvaardigheid (Mol, 2010). Of ditzelfde ook geldt voor kinderen die op school vrij lezen, is niet helemaal duidelijk. Studies laten verschillende resultaten zien. In een overzichtsstudie van Krashen (2004) presteerden kinderen die op school vrij lezen uit een boek naar keuze even goed of sterker op tekstbegrip dan kinderen die dit op school niet deden. Dit effect werd groter naarmate vrij lezen gedurende een langere periode gebeurde: programma’s van een jaar of langer zorgden zonder uitzondering voor hogere scores op tekstbegrip. Vrij lezen bevorderde blijkens dit overzicht ook andere aspecten van de leesvaardigheid, zoals woordenschat, grammatica en schrijfvaardigheid.
Andere overzichtsstudies laten evenwel geen eenduidige effecten zien. De vaardigheden van leerlingen in vloeiend of begrijpend lezen verbeterden niet onder invloed van vrij lezen (National Reading Panel, 2000). Ook veranderde hun leesattitude niet (Yoon, 2002).
De genoemde studies zijn ongeveer twintig jaar oud en hiermee mogelijk gedateerd. Een recent literatuuronderzoek met veertien studies uit de periode 2000-2020 toont aan dat de resultaten verschillen voor het basis- en het voortgezet onderwijs. Bij basisscholieren worden geen effecten van vrij lezen gevonden op de leesvaardigheid (Erbeli & Rice, 2021). Tegelijkertijd is er in het internationale PIRLS-onderzoek wel een positief verband gevonden: tienjarige leerlingen die vaker vrij lezen op school, presteren hoger op leesvaardigheid (Expertisecentrum Nederlands, 2023). Bij middelbare scholieren is er sprake van gematigd positieve effecten op de leesvaardigheid. De leesfrequentie van basis- en middelbare scholieren wordt dankzij vrij lezen gematigd tot sterk positief beïnvloed (Erbeli & Rice, 2021).
Dat de effecten van vrij lezen niet heel sterk zijn, komt mogelijk doordat leerlingen onvoldoende begeleiding krijgen. Toevoegingen aan vrij lezen, zoals het maken van een voorselectie van boeken op basis van het leesniveau en het bieden van hulp en instructie bij de boekenkeuze, zou hen mogelijk kunnen ondersteunen, en het effect vergroten. Een meta-analyse van 48 studies laat zien dat toevoegingen aan vrij lezen, leidend tot een verrijkt vrij lezen, een klein positief effect hebben op de leesvaardigheid van leerlingen (effectgrootte: 0,25). Dit geldt met name wanneer het boekenaanbod wordt voorgeselecteerd en afgebakend. Hulp en instructie door de docent en sociale interactie tussen leerlingen tijdens of na het vrij lezen blijken averechts te werken. Vooral leerlingen die het risico lopen op een taalachterstand zijn gebaat bij toevoegingen aan vrij lezen (Merke et al., 2022).
Bij het geven van hulp en instructie zijn er waarschijnlijk verschillen tussen leerlingen. Basisscholieren die begeleiding krijgen van een leesconsulent van de bibliotheek bij het kiezen van een boek voor het vrij lezen, gaan sterker vooruit op leesmotivatie dan kinderen zonder deze begeleiding. Dit effect blijkt vooral op te gaan voor kinderen die reeds gemotiveerd zijn om te lezen (Van der Sande et al., 2019). Een interventie waarin de leesconsulent met basisscholieren in gesprek gaat over leesvoorkeuren -en barrières, richt zich in het bijzonder op niet- tot weinig gemotiveerde lezers. Leesconsulenten zijn overwegend positief over deze interventie (Kieft, 2022).