De 21e eeuw heeft een nieuw leestijdperk ingeluid. Nederlanders pakken steeds minder vaak een boek op en brengen juist meer tijd door met digitale media. Met name onder jongeren is de concurrentie van andere, digitale media groot. Jongeren besteden nog maar weinig tijd aan het langdurig lezen van (lange) teksten, maar komen dagelijks wel in aanraking met een constante stroom aan vluchtige, digitale informatie, onder andere in de vorm van appjes, sociale-mediaberichten, online nieuwsberichten en ondertiteling bij series of films.
In dit rapport wordt uiteengezet wat de uitdagingen zijn voor de geletterdheid van kinderen en jongeren in de 21e eeuw, en op wat voor soort (lees)vaardigheden er in het huidige tijdperk een beroep wordt gedaan. Daarbij wordt gekeken naar zowel de verschillende ‘leesmodi’ die lezers kunnen inzetten (diep lezen versus hyperlezen) als naar verschillende typen geletterdheden die zij moeten beheersen om zich in de huidige informatiemaatschappij te kunnen redden (traditionele geletterdheid, digitale en multimediale geletterdheid, meervoudige geletterdheid, creatieve geletterdheid en literaire competentie).
Speciale aandacht gaat uit naar de rol die het lezen van fictie zou kunnen spelen in het oefenen van aandachtmodulatie en het bevorderen van deze verschillende geletterdheden.
Download het rapport om de literatuurstudie en de aanbevelingen te lezen.