Suzanne Mol en Adriana Bus lieten in 2011 zien dat het lezen van boeken bij kinderen en adolescenten samenhangt met het leesbegrip, de woordenschat en de basisvaardigheden van lezen. Sindsdien zijn er nieuwe onderzoeken uitgevoerd en gepubliceerd. De meta-analyse uit 2022 geeft een update op basis van 44 studies onder in totaal 6.338 kinderen en adolescenten.
De onderzoeksvragen:
- Hoe sterk is het verband tussen de voorleeservaring van ouders en de woordenschat en ontluikende geletterdheid van peuters en kleuters?
- Hoe sterk is het verband tussen de leeservaring van basis- en middelbare scholieren en hun woordenschat, leesvaardigheid en leesplezier?
Er zijn 12 studies verzameld over de voorleeservaring van 1.373 peuters en kleuters, en 32 studies over de leeservaring van 4.965 basis- en middelbare scholieren. De studies zijn verschenen tussen januari 2009 en januari 2022.
De resultaten van de meta-analyses uit 2011 en 2022 leggen een sterk fundament onder het bevorderen van het lezen. De verbanden tussen zowel het leesgedrag en de taal- en leesvaardigheid als het leesgedrag en het leesplezier zijn positief. Dit kan betekenen dat kinderen die vaak boeken lezen er vaardiger in worden en er meer plezier in hebben. Het is eveneens mogelijk dat vaardige lezers vaker en met meer plezier lezen.
Download de factsheet, de samenvatting of het rapport om de uitkomsten van het onderzoek te lezen.