Samen met gezinnen werken aan een rijke leesomgeving: dat is het doel van ouder-kindprogramma’s. Dit soort programma’s zetten steeds vaker ook technologie in, zoals digitale prentenboeken of online trainingen voor ouders.

Tijdens ouder-kindprogramma’s ondersteunen vrijwilligers of professionals ouders bij het uitvoeren van talige activiteiten met hun kind, zoals taalspelletjes en voorlezen. Soms worden daarbij ook digitale media ingezet. Denk bijvoorbeeld aan online begeleiding van ouders, geanimeerde prentenboeken of digitale activiteiten die zich aanpassen aan het niveau van ouder en kind.
Beter tekstbegrip, dezelfde interactie
Onderzoeker De Lima-Van Gent en collega’s van de Erasmus Universiteit Rotterdam analyseerden in totaal 25 artikelen waarin digitale middelen in ouder-kindprogramma’s aan bod komen. Daaruit blijkt dat de toevoeging van technologie in ouder-kindprogramma’s een klein, positief effect heeft op de ontluikende geletterdheid van kinderen. Met name de begripsgerelateerde vaardigheden van kinderen gaan vooruit, zoals woordenschat en narratief begrip. De onderzoekers vonden geen effecten van de toevoeging van technologie op de hoeveelheid interactie tussen ouder en kind, of de talige kwaliteit van die interactie. Ouder-kindprogramma’s met een digitale component ondersteunen de ouder-kindinteractie dus niet meer of beter dan andere programma’s, maar ondermijnen deze ook niet.
Aanbevelingen
De onderzoekers bevelen aan om in de ontwikkeling van ouder-kindprogramma’s de mogelijkheden die technologie biedt te overwegen, vooral bij programma’s die de bevordering van begripsgerelateerde vaardigheden als belangrijkste doel hebben. Om met meer zekerheid te kunnen zeggen voor welke deelnemers technologiegebruik met name geschikt is en welke soorten toepassingen van technologie het best werken, is meer onderzoek nodig.
Download het rapport om het onderzoek en de resultaten te lezen.