Was er al jaren sprake van groeiende kansenongelijkheid in het Nederlandse onderwijs, door corona is de situatie verder verslechterd. Schoolsluitingen en het thuisonderwijs hadden met name gevolgen voor kwetsbare leerlingen.
‘Elke dag dat de scholen dicht zijn, vergroot de kansenongelijkheid’, waarschuwde Thijs Bol, onderwijssocioloog aan de UvA, ten tijde van de tweede lockdown (Van Gaalen, 2021). Kinderen in de basis- en middelbareschoolleeftijd zaten voor de tweede keer binnen een jaar voor een langere periode thuis, en volgden online onderwijs. Het ontbreken van fysiek onderwijs bleek niet alleen gevolgen te hebben voor de leerprestaties van de kinderen, ook groeiden de onderlinge verschillen.
Achteruitgang in leerprestaties niet gelijk verdeeld
Nederlandse basisschoolkinderen presteerden gedurende de eerste lockdown in voorjaar 2020 minder goed dan leeftijdsgenoten uit eerdere schooljaren. Het verschil staat min of meer gelijk aan een vijfde schooljaar: ongeveer even lang als de eerste lockdown heeft geduurd. Kinderen hebben in die periode dus weinig tot geen vooruitgang geboekt (Engzell et al., 2020). Ook leerlingen in het middelbaar onderwijs ondervonden gevolgen van de coronacrisis. Scholen schatten in dat 74 tot 85 procent van de leerlingen achterstanden heeft opgelopen (Inspectie van het Onderwijs, 2020). Met name kinderen van ouders die zelf weinig scholing, dat wil zeggen maximaal basisonderwijs, hebben ontvangen, boekten minder vooruitgang (Engzell et al., 2020).
Lager schooladvies
Naast afnemende leerprestaties waren de schoolsluitingen ook verantwoordelijk voor lagere schooladviezen. Brugklassers stroomden na de zomer in 2020 op een lager niveau in dan in de jaren ervoor (Cito, 2021; CBS, 2021, 13 april). Het schooladvies viel voor meisjes, leerlingen met een migratieachtergrond en leerlingen met ouders met een lager inkomen en opleidingsniveau beduidend lager uit (CBS, 2021, 13 april). Dit verschil wordt toegeschreven aan het wegvallen van de eindtoets, waarmee het schooladvies naar boven kan worden bijgesteld. Op grond van ervaringen in voorafgaande jaren zou dit naar schatting bij 8 procent van alle groep 8-leerlingen, oftewel bij ongeveer 14.000 kinderen, het geval zijn geweest.
Kwetsbare kinderen
‘Voor kwetsbare kinderen is dit echt een drama’, verklaarde de toenmalige voorzitter van de PO-Raad, Rinda den Besten (Van Gaalen, 2021). Het verschil in de thuissituatie en aanwezige hulpbronnen zorgde voor een toename van kansenongelijkheid (Bol, 2021; 2020). Kinderen van hoogopgeleide ouders met een goed inkomen konden tijdens de lockdowns, toen leerlingen waren aangewezen op thuisonderwijs, meestal rekenen op een eigen kamer, goed functionerende wifi en laptops, evenals intensieve begeleiding door hun ouders. Voor leeftijdsgenoten met lager opgeleide ouders was dit minder vanzelfsprekend. Met als gevolg een sterkere achteruitgang in de schoolresultaten.
Daarnaast moet ook de invloed van school niet worden onderschat. Basisscholen met gemiddeld zwakkere leerprestaties in begrijpend lezen, spelling en rekenen vóór de lockdown, vertoonden een grotere achteruitgang ten opzichte van basisscholen met gemiddeld sterke prestaties (Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs, 2021). ‘Bestaande kwaliteitsverschillen tussen scholen lijken door afstandsonderwijs te worden uitvergroot’, concludeerde de Inspectie van het Onderwijs (2021, 8 juli).
Blijvend litteken
Maar terwijl sterk presterende leerlingen begin 2021 de leervertraging uit de eerste lockdown bij begrijpend lezen en rekenen grotendeels hebben ingelopen (Cito, 2021), bleken de gevolgen van de lockdowns, en in het bijzonder de tweede schoolsluiting in de winter van 2020-2021, voor zwakker presterende leerlingen niet van voorbijgaande aard.
Zo hebben ze in de tweede helft van 2020 ook bij begrijpend lezen minder leergroei geboekt dan sterk presterende leerlingen, waardoor de verschillen in begrijpend lezen verder zijn toegenomen. Experts reageerden bezorgd. Zo gaf PO-bestuurder Den Besten (Van Gaalen, 2021) aan te vrezen voor de langetermijngevolgen van de schoolsluitingen: ‘De leerachterstanden zijn ongelijk verdeeld. En nee, dat gaat niet vanzelf goed komen.’
Op zijn beurt wees onderwijssocioloog Bol (Van Gaalen, 2021) op onderzoek waaruit blijkt dat het lastig is om achterstanden in te lopen: ‘Voor een bepaalde groep zal dit altijd een litteken blijven.’ Anderhalf jaar na de start van de coronacrisis, in oktober 2021, zijn de gevolgen van de schoolsluitingen nog altijd zichtbaar, met name onder de meest kwetsbare basisscholieren (NCO, 2021). Ook in het voortgezet onderwijs zijn de gevolgen van de coronacrisis inmiddels duidelijk geworden.
Onderbouwleerlingen in het voortgezet onderwijs hebben tijdens de coronacrisis gemiddeld 27 schoolweken vertraging opgelopen in leesvaardigheid. Deze vertraging is met name groot onder vmbo-leerlingen: hun achterstand in leesvaardigheid bedraagt gemiddeld een heel schooljaar (NPO, 2021).
Nationaal Programma Onderwijs: pleister op de wond?
Afgelopen voorjaar lanceerde de rijksoverheid het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) (2021, 21 mei): een steunprogramma om de achterstanden die zijn opgelopen tijdens corona weg te werken. Hiervoor is in totaal 8,5 miljard euro uitgetrokken. Uit dit budget ontvangen het primair en voortgezet onderwijs de komende twee jaar 5,8 miljard euro. Scholen zijn gevraagd een plan te maken op basis van een menukaart, met interventies om achterstanden te bestrijden.
Het NPO is echter niet meer dan een pleister op de wond, zeggen critici. Kansenongelijkheid in het onderwijs is een structureel probleem. De bestrijding van dit probleem vraagt om een tweesporenbeleid, aldus hoogleraar en onderwijsinspecteur Inge de Wolf. Op de korte termijn draait het daarbij om het snel wegwerken van achterstanden; op de langere termijn om mogelijk andere onderwijsstructuren. Dit gaat volgens De Wolf echter niet vanzelf gebeuren. ‘Al die extra inspanningen om het niveau van leerlingen te verhogen, vragen om effectieve aanpakken en professioneel personeel. Dan moet je daar ook structureel geld voor vrijmaken.’
Dit artikel verscheen in Leesmonitor Magazine (2021). (On)gelijke kansen in taal en lezen.