Top100Pabo
Tegen ontlezing
‘De huidige generatie nieuwe leraren heeft de taak om het voortouw te nemen om het lezen bij kinderen te stimuleren,’ vindt Van de Sande. Maar hij weet ook: ‘Voorwaarde om dat proces goed op gang te brengen, is dat jezelf een lezer bent.’ En daar zit het probleem: pabostudenten lezen onvoldoende. De Monitor de Bibliotheek op school pabo 2020-2021 bevestigt dit: 35 procent van de studenten leest geen kinderboeken als dit niet verplicht is; 23 procent leest ze ook niet als het wel verplicht is; 25 procent vindt lezen ‘vervelend’ of ‘niet leuk’; 48 procent geeft aan kennis te missen om kinderen tot lezen aan te zetten.
Aan dit laatste hoopt Van de Sande met zijn Top100Pabo wat te doen: ‘Ik zie al jaren dat studenten best willen lezen maar eigenlijk niet goed weten waaruit ze kunnen kiezen. Er is zoveel. Waar begin je dan? Als je niet gewend bent naar een bibliotheek te gaan, is het vinden van de juiste kinderboeken best lastig. Omdat studenten veel online zijn, leek me een boekenlijst op een website met audiofragmenten een goed plan. Door bij iedere titel twee links te plaatsen kunnen studenten bovendien snel hun weg vinden naar de bibliotheek of boekhandel, zodat dat de boeken daadwerkelijk in de klas komen. Door de combinatie van titelkennis, voorleesfragmenten en boekpromotie hoop ik meer studenten aan het lezen te krijgen.’
Geweldig initiatief
Jacques Vriens, die Van de Sande als eerste voor input vroeg, is blij met de Top100Pabo. ‘Die ontlezing bij pabostudenten is al lang een groot probleem. Zo’n negen jaar geleden heb ik in mijn rol als allereerste Kinderboekenambassadeur veel pabo’s bezocht. Toen merkte ik al dat er onvoldoende gelezen wordt. Als ik de docenten daarop aansprak, en zei dat studenten toch wel zo’n zestig kinderboeken moeten hebben gelezen aan het eind van hun opleiding, keken ze mij geschrokken aan. Ze waren al blij, zeiden ze, als studenten tot tien titels kwamen. Shockerend, vond ik. Voor mij was dat de aanzet een lijst van zestig titels voor de pabo op te stellen. Rob wist hier van af. Daarom benaderde hij mij.’
Ook Janneke Schotveld werd door Van de Sande gevraagd titels aan te leveren. ‘Ze is populair bij pabostudenten, pleit sterk voor meer leesbevordering en schrijft de laatste jaren sprookjes en fabels die zeer geschikt zijn om voor te lezen,’ licht Van de Sande zijn keuze toe. Schotveld zei direct ja: ‘Zolang er geen landelijke criteria zijn waaraan pabo’s zich moeten houden, zijn we afhankelijk van individuele docenten zoals Rob. Ik vind Frappante Fragmenten zeer bruikbaar en een geweldig initiatief. De luisterfragmenten maken het extra leuk, die kun je als pabodocent of juf of meester voor de klas ook goed gebruiken. Bovendien is de website interactief en de lijst dynamisch: pabo’s vullen zelf aan en ieder studiejaar wordt-ie aangepast.’
Breed aanbod
De keuze van de boeken was nog niet eenvoudig voor de twee kinderboekenschrijvers. Vriens: ‘Ik ben sowieso niet teruggevallen op mijn eigen lijst maar vertrokken vanuit het heden. Wat ik belangrijk vond: studenten moeten door zo’n lijst een zo’n breed mogelijk beeld van het aanbod krijgen; je wilt dat ze met zoveel mogelijk verschillende verhalen in aanraking komen, zodat ze plezier in lezen krijgen. Maar ik heb niet alleen op basis van leesbevorderende criteria gekozen. Titels van mijn favoriete auteurs staan er ook bij. Als ik basisscholen bezoek, vragen kinderen daar uiteindelijk altijd naar. En als je zelf enthousiast over een boek vertelt, worden zij dat vanzelf ook. Anna Woltz noem ik bijvoorbeeld vaak. En altijd Paul Biegel: zijn sprookjesachtige verhalen zijn tijdloos en zijn taalgebruik blijft geestig en verrassend.’
Schotveld zit op dezelfde lijn als haar collega: ‘Alle kinderen zijn verschillend; daarom moet je inderdaad een ruime keuze hebben. Een paar titels komen altijd terug als ik lijstjes moet maken, zoals Rosie en Moussa van Judith Vanistendael en Michael de Cock, De boze heks van Hanna Kraan en Edward van de Vendels dichtbundel Superguppie. Maar verder streef ik naar afwisseling. Voor de Top100Pabo heb ik een mix gemaakt van recent en minder recent, enkele populaire titels meegenomen en gekeken naar de verschillende verhaalwerelden. Een indiaan als jij en ik van Erna Sassen speelt zich af in het heden, Koningskind, een geweldig (voor)leesboek van Selma Noort, gaat tweeduizend jaar terug en in Bethany en het beest schept Jack Megitt-Philips een fantasiewereld waarin je je heerlijk kunt verliezen. Maar vergeet ook de non-fictie-liefhebbers niet. Ik heb zoveel kinderen blij gemaakt met We gingen achter de hamsters aan van Bibi Dumon Tak. Dat is zo mooi aan verhalen: ze vergroten je eigen kleine wereld.’
Verplicht curriculum
‘Lezen vormt de verbeeldingskracht,’ voegt Vriens toe. ‘Meer dan wanneer je naar een film kijkt op tv of je smartphone. En het vergroot je empathisch vermogen. Maar lezen is bovenal een basisvaardigheid die onmisbaar is in onze maatschappij. Het komt altijd en overal terug. Een leerling die een moeilijke lezer is, blijft een zesjeskind terwijl die misschien wel het potentieel heeft uit te groeien tot een zeven- of achtkind. Dus help ze over die leesdrempel.’
Volgens de oud-basisschooldirecteur draait leesbevordering om bereikbaarheid, toegankelijkheid, en waardering: ‘de BTW van Vriens’. Het motto staat vermeld bij zijn leesbevorderingstips die erg lijken op die van Schotveld: ‘Elke dag voorlezen in alle groepen. Elk jaar een schrijver op bezoek in onder,- midden- en bovenbouw, bij voorkeur niet per se tijdens de Kinderboekenweek. In elk team een groepje dat de kar trekt en daar uren voor krijgt. In elke klas een leeshoek: boeken moeten zichtbaar zijn! En voor leerkrachten die moeilijk titels kunnen kiezen moet een voorleesboekenlijst beschikbaar zijn die elke paar jaar ververst wordt, zoals de Top100Pabo.’ En cruciaal, vinden Vriens en Schotveld: er moet een verplicht curriculum komen, zoals dat er ook is voor andere pabovakken. Schotveld citeert daarbij graag onderwijscolumnist Aleid Truijens: ‘Lezen is het belangrijkste vak op school, geen keuzemodule.’
Top- en tiplijsten
Frappantefragmenten.nl biedt een breed aanbod kinder- en jeugdboekentitels voor het basisonderwijs. Maandelijks wordt er een Top40 samengesteld door professionals en volwassen lezers. En sinds vorig jaar is er een Top100Pabo: acht schrijvers (Harm de Jonge, Bibi Dumon Tak, Edward van de Vendel, Ted van Lieshout, Janneke Schotveld, Jacques Vriens, Paul van Loon, Marc ter Horst) selecteerden tien mustreads; studenten en docenten vulden de interactieve lijst aan. Een Top100Voorleesboeken, Top40Poëzie en Top40Feit(en fictie) staan op de planning. De lijsten zijn met audiofragmenten. Bij de Top100Pabo zijn bovendien podcasts beschikbaar waarin bovengenoemde auteurs vertellen over het belang van lezen in het onderwijs (frappantefragmenten.nl/het-wordt-tijd-voor-een-top-100-pabo).
Behalve de Top100Pabo verscheen eind 2021 ook de Grote Vriendelijke 100 (hebban.nl/gv100). Deze titellijst volgde na een verkiezing waarbij (volwassen) lezers hun persoonlijke top vijf favoriete kinderboeken konden indienen, een initiatief van de Grote Vriendelijke Podcast (over jeugdliteratuur) en lezerscommunity Hebban, met als doel het aanjagen van de discussie over jeugdliteratuur.
De tiplijst van 60 boeken die Jacques Vriens in 2014 voor de pabo opstelde is te vinden bij jacquesvriens.nl, leesbevordering.