icon home

Ilse Bos debuteerde vorig jaar met Troep, een onstuimig kinderboek dat knettert van het vertelplezier. Zodra het was verschenen ging ze op scholenbezoek, op zoek naar haar lezers.

Ilse Bos laat illustraties zien. (foto: Jorgen Koopmanschap)

Vroeger was Ilse Bos (1966) juf, maar daar kwam het niet door dat ze direct een lijst scholen had om over haar boek te vertellen, zegt ze. Het begon op de school van haar eigen kinderen en toen ze daar was geweest bezocht ze de scholen van kinderen van vrienden en familie. Voor ze het wist had ze haar eigen minitournee. Of haar ervaringen als juf daarbij van pas kwamen? Met een lachje: ‘Orde houden ging me nooit zo goed af. Het enige moment dat leerlingen bij mij echt stil waren, was als ik voorlas.’

Zingen

Wat ze tijdens zo’n klassenbezoek doet, is eigenlijk heel simpel, zegt Bos: ‘Ik vertel waar Troep over gaat en lees een hoofdstuk voor. M’n uitgever heeft een poster laten drukken waar alle kinderen uit het verhaal op staan. Die wijs ik tijdens het voorlezen aan: dit is Hidde, dit is Knut, dit hier is de hoofdpersoon Pola en die twee met dat rastahaar zijn Flip en Tuitje. Na afloop mogen kinderen vragen stellen en deel ik boekenleggers uit.’ Zo’n optreden duurt een halfuur en dat is precies lang genoeg, vindt Bos. ‘Eens bezocht ik een school met kinderen die thuis veel problemen hadden. Dat is een moeilijker publiek. Tijdens het voorlezen begon er een meisje te zingen. Ik vroeg haar of ze wilde stoppen, omdat de anderen het niet meer konden verstaan. Dat begreep ze, toen was het weer goed. Maar normaal kan ik de aandacht die dertig minuten goed vasthouden. Eigenlijk heb ik altijd ademloze klassen. Uiteindelijk geldt denk ik dat als je een goed verhaal vertelt, kinderen daardoor gegrepen worden.’

Compliment

Leerlingen enthousiasmeren voor lezen lukt het best als haar bezoek is voorbereid, zegt Bos. ‘Dat de juf of meester iets over mijn komst heeft verteld en het boek heeft laten zien. Voorlezen van te voren is niet nodig, maar je moet kinderen wel het gevoel geven dat er iets speciaals gaat gebeuren.’ Dat speciale, dat is haar verhaal. In Troep heeft Bos haar verbeelding ruim baan gegeven en een wereld gecreëerd vol buitengewone figuren. Een beetje zoals Annie M.G. Schmidt dat deed, die wortelde haar boeken ook stevig in de realiteit terwijl ze haar fantasie ondertussen vrolijk liet ontsporen. ‘Als kind had ik de pest aan realistische verhalen. Het liefst las ik boeken die andere werelden ontsloten. Aan de reacties van kinderen merk ik dat zij het ook leuk vinden om mee te gaan in zo’n verzonnen verhaal. Na een optreden op de Amsterdamse Boekmanschool zag ik dat een paar kinderen het verhaal op het schoolplein gingen naspelen. “Dan was jij Pola en jij Mo en dan was ik Flip en Tuitje.” Een prachtig compliment. Op zo’n moment merk je dat jouw fantasie deel is gaan uitmaken van hun wereld. Dat het boek ruimte heeft gekregen buiten mijn hoofd.’

Wie een schrijver op school wil uitnodigen, kan de Schrijverscentrale benaderen. 

Eerder verschenen in Lezen 1, 2014