Begrijpend leesonderwijs. Hoe het anders moet
Dat het huidige begrijpend leesonderwijs niet standaard resulteert in goede lezers, komt vooral door de geïsoleerde plaats die het in het Nederlandse onderwijs heeft, zegt Agnes van Montfoort, specialist primair onderwijs bij Stichting Lezen en lid van de Vlaams-Nederlandse Taalraad: ‘Het is heel raar dat begrijpend lezen een apart vak is. Leesstrategieën, zoals samenvatten en verbanden leggen, worden geoefend met losse teksten die niet geïntegreerd zijn in de andere vakken en voor kinderen daarom vaak betekenisloos zijn. Die leesvaardigheden kun je jezelf als een trucje aanleren voor je toetsen, maar daarmee heb je niet automatisch voldoende vocabulaire en kennis om begrijpend te kunnen lezen. Vooral leerlingen met weinig leeservaring, een zwakke woordenschat en beperkte algemene ontwikkeling dreigen in een negatieve spiraal te komen. En dat heeft directe consequenties in het voortgezet onderwijs, waar ze verwachten dat je zelfstandig complexe teksten kan lezen.’
Het actieplan van de Taalraad, Effectief onderwijs in begrijpend lezen (2019), bevestigt dat begrijpend lezen te weinig in samenhang met de andere schoolvakken wordt gegeven. Maar het rapport constateert meer knelpunten. Zo is er onvoldoende expliciete aandacht voor intrinsieke leesmotivatie: kinderen aanzetten om echt vanuit zichzelf te gaan lezen. Daarnaast werken er nog te weinig basisscholen met uitdagende, rijke teksten waardoor leerlingen het leesonderwijs vaak saai vinden.
Ook is er gebrek aan inzicht over het in kaart brengen van de leesontwikkeling van de leerlingen waardoor ze maar beperkt individuele feedback krijgen. Ten slotte is er de kloof tussen wetenschap en onderwijspraktijk: uit onderzoek is ondertussen bekend welke didactiek werkt, en welke niet. Maar die kennis bereikt het basisonderwijs nog niet goed.
Terug naar de basis
Ter verbetering van het leesonderwijs formuleerde de Taalraad vijf pijlers. Beleidsadviseur onderwijs bij de Taalunie en medeauteur van het Taalraadrapport Carlijn Pereira vat ze samen: ‘Werk vanuit urgentiebesef; stel een bij de school en het team passend leesbeleid op; maak gebruik van elementen van een effectieve leesdidactiek en werk met rijke teksten; zet ook nadrukkelijk in op het vergroten van de leesmotivatie; en geef leerlingen formatieve feedback. Ja, dit is een lastig begrip, maar waar het op neerkomt is dat bij formatief leren de groei van de leerlingen centraal staat: dus praat geregeld met ze over hun leesvorderingen; evalueer wat wel en niet goed gaat. Dit draagt enorm bij aan het leerproces. Daarbij wil ik benadrukken dat om het leesonderwijs te verbeteren het belangrijk is de vijf pijlers in samenhang op te pakken: alleen aandacht voor een mooi leesaanbod, bijvoorbeeld, is niet genoeg.’
Dat klinkt als een uitdaging. Maar Heleen Rijckaert – ook beleidsadviseur onderwijs bij de Taalunie – benadrukt dat het minder ingewikkeld is dan het lijkt: ‘Je moet durven terugkeren naar de basisvraag,’ vult ze haar collega aan.
‘Waarom lezen wij? Om iets te weten te komen. Voorwaarde is dan wel dat je moet begrijpen wat je leest. Dat is het uiteindelijke doel dat altijd voorop moet staan. Soms wordt dat vergeten, omdat leraren nog te veel vertrekken vanuit bepaalde strategieën en toetsvormen. Maar neem er gewoon eens een tekst bij en kijk dan samen waar die tekst over gaat. Wat leert die tekst ons, wat begrijpen we misschien niet en praat hierover met elkaar. Dan trek je je hele onderwijs open en leg je vanzelfsprekend verbanden met de zaakvakken. Begrijpend lezen is idealiter altijd ingebed in een context.’
Werk met rijke teksten
Van Montfoort: ‘Begrijpend lezen kan je prima integreren in de rest van het onderwijs. In de meeste andere landen gebeurt dit allang. Gelukkig zijn er inmiddels enkele methodieken die scholen handvatten bieden, zodat je het wiel niet helemaal zelf hoeft uit te vinden. Focus op begrip en Blink Lezen werken bijvoorbeeld met betekenisvolle thema’s die je kunt koppelen aan wereldoriëntatie. Dit zijn geen dichtgetimmerde methodes; de scholen kunnen er zelf invulling aangeven. De rode draad is het werken met rijke teksten – waaronder veel kinderboeken – en de aandacht voor woordenschat en kennis: want hoe goed je ook in taal bent, zonder kennis kan je een tekst niet begrijpen.’ Rijckaert: ‘Daarom moet je al voordat kinderen kunnen lezen, werken aan lees- of luisterbegrip. Op basisschool De Regenboog in Schijndel doen ze dat bijvoorbeeld. Daar passen ze de close-reading-methodiek toe bij kleuters. De leerkracht oefent begrijpend luisteren met ze aan de hand van een prentenboek. Er worden vragen gesteld als: waar speelt het verhaal zich af, wat doen de verschillende personages, en waarom…’
Een rijke tekst kan zodoende van alles zijn, zolang die maar authentiek is, goed geschreven en er geen ingrepen zijn gedaan om de tekst te vereenvoudigen, zegt Rijkckaert: ‘Het kan een tekst over een onderwerp zijn dat aansluit bij een thema waar leerlingen in de klas mee bezig zijn, of waar ze zelf in geïnteresseerd zijn. Het kan ook een tekst zijn die een antwoord biedt op een vraag, of een probleem van de leerlingen.’ Pereira vult aan: ‘Bovendien kan de vorm variëren. Denk aan een gesproken tekst zoals een podcast, rijke illustraties, poëzie, fictie, non-fictie… Zo kan je als leraar binnen één en hetzelfde thema qua niveau en inhoud met heel uiteenlopende soorten teksten werken. Belangrijk daarbij is dat ze uitnodigen tot interactie: tussen de leerlingen onderling, of tussen de leraar en de klas of een individuele leerling: praten, luisteren, schrijven… Juist dat draagt bij aan de kennisopbouw die een voorwaarde voor goed leren lezen is.’
Rijckaert: ‘Het is overigens belangrijk dat leraren die rijke teksten niet gaan vereenvoudigen als leerlingen ze niet direct begrijpen. Als het niveau onvoldoende is, moet je je niet naar het kind voegen, maar het kind meer ondersteuning geven door je aanpak, je didactiek, aan te passen. Dit is het principe van scaffolding, wat eigenlijk zoveel betekent als “in de steigers zetten”, zodat je leerlingen helpt omhoog klimmen.’ Pereira: ‘Het zusje daarvan is bij wijze van spreken het modellen, waarbij de leraar openlijk laat zien hoe je je als lezer gedraagt. Niet alleen door met een boek in de klas te gaan zitten, maar ook door jezelf hardop vragen te stellen: wat lees ik nu eigenlijk, waarom heeft dit boek deze titel, over wie gaat het verhaal… Daarvan is aangetoond dat het werkt.’
Druk op het onderwijs
Dat effectief leesonderwijs veel van leraren vraagt is duidelijk. En een extra probleem: ‘De nieuwe leraren zijn de leerlingen van een paar jaar geleden, die hun leesmotivatie juist zijn kwijtgeraakt,’ aldus Rijckaert. ‘Het probleem schuift dus op in de tijd en zal moeilijk te doorbreken zijn.’ Moet je dan niet bij de lerarenopleidingen beginnen als je een verandering wilt realiseren? Pereira: ‘Dat het leesonderwijs ook op de vooropleidingen anders moet worden, is evident. Maar makkelijk zal dit niet zijn. Uit onderzoek van de Taalraad blijkt dat er momenteel te veel op het bordje van de lerarenopleidingen ligt om het leesonderwijs goed vorm te geven. Terwijl je eigenlijk zou willen dat iedere leraar gewoon leest. Punt. Maar dat is dus geen gemeengoed; kinder- en jeugdliteratuur is helaas vaak slechts een keuzevak op de lerarenopleiding.
Rijckaert: ‘Kijk, je kunt niet verwachten dat iedere leraar graag leest, net zoals niet elke leraar graag turnt, maar je kunt en mag wel verwachten dat lezen binnen het beroepsprofiel van de leraar past: als leraar ben je op de hoogte van kinder- en jeugdliteratuur en het actuele aanbod voor de groep waaraan je lesgeeft. Je ziet nu dat die kennis vaak tekortschiet. Daarom zijn we volop bezig met het vormgeven van de website rijketeksten.org : een verzameling rijke teksten voor het leerplichtonderwijs tot achttien jaar, maar zeker ook te gebruiken door lerarenopleiders en pedagogische begeleiders.’
Er begint wat te schuiven
Van Montfoort merkt op dat er gelukkig wel steeds meer scholen en lerarenopleidingen zijn die zich beraden op hun leesonderwijsvisie: ‘Daarbij helpt het dat methodieken als Focus en Blink een uitgebreid arsenaal aan rijke teksten bieden. Ook de Bibliotheek op school kan een belangrijk rol spelen in het op peil houden van de boekenkennis van leraren. In Friesland loopt nu een pilot van Stichting Lezen waarbij de bibliotheken en lokale schoolbesturen met de Bibliotheek op school het leesonderwijs inrichten vanuit de eerdergenoemde vijf pijlers.’
Ook Pereira signaleert dat er wat begint te schuiven: ‘De visie van de Taalraad wordt breed gedeeld. Recent nog verscheen de publicatie Beter leesonderwijs: van weten naar doen! van de Kennistafel Effectief Leesonderwijs, een initiatief van de PO-Raad, VO-raad en het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek om een brug te slaan tussen wetenschap en onderwijspraktijk. Daarin staan dezelfde aandachtspunten als in ons actieplan. Eveneens positief: veel scholen hebben vragen over effectief leesonderwijs en hoe ze begrijpend leesonderwijs zonder methode kunnen vormgeven. Om ze te inspireren heeft de Taalraad een zevental scholen bezocht die de afgelopen jaren hun leesonderwijs hebben aangepakt en met onze inzichten aan de slag zijn gegaan. Die hebben we geportretteerd in een eind vorig jaar verschenen special. En of het nu de Amsterdamse Alan Turingschool is waar ze begrijpend lezen als vak radicaal hebben afgeschaft, of De Windwijzer in Almere waar rijke teksten in de plaats zijn gekomen van het baggerlezen, zoals begrijpend lezen daar werd genoemd, uit alle voorbeelden blijkt dat de leesmotivatie en leesprestaties omhoog gingen.’
Achtergrondinformatie op een rij
Taal en onderwijs in Nederland, Vlaanderen en Suriname is een van de vijf terreinen waarop De Taalunie actief is. Daarbinnen is begrijpend lezen en leesmotivatie een belangrijk dossier.Zowel de rapporten van de Taalraad Effectief onderwijs in begrijpend lezen (Martijn Nicolaas & Carlijn Pereira) en Effectief leesonderwijs in de lerarenopleiding (Heleen Rijckaart & Carlijn Pereira) als de special Effectief leesonderwijs geven, hoe doe je dat; zeven inspirerende voorbeelden zijn via taalunie.org te downloaden.
Beter leesonderwijs: van weten naar doen!, het visiestuk van de Kennistafel effectief leesonderwijs is te lezen via Stichting Lezen, lezen.nl.
Binnenkort verschijnt ook een nieuwe publicatie van leesexperts Thoni Houtveen en Roel van Steensel (bijzonder hoogleraar voor Stichting Lezen). In De zeven pijlers van onderwijs in begrijpend lezen geven deskundigen inzicht in theorie over en praktische toepassing van alle verschillende essentiële elementen van het leesonderwijs, zoals de rol van achtergrondkennis, en invloed van motivatie. In totaal vormen zeven ‘pijlers’ zo de basis voor effectief leesonderwijs. Presentatie van het boek vindt plaats tijdens Lezen Centraal 2022, het jaarlijkse congres van Stichting Lezen dat onder het motto Lees je rijk! ‘rijke teksten’ als thema heeft.